Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Verklikkerlampje(S) Veiligheidsgordel(S) Vóór; Verklikkerlampje(S) Veiligheidsgordel(S) Achter - CITROEN C1 2018 Instructieboekje

Inhoudsopgave

Advertenties

Losmaken
F Druk op de rode knop van de gordelsluiting.
F Geleid de gordel tijdens het oprollen.
Verklikkerlampjes
veiligheidsgordel(s) losgemaakt/
niet vastgemaakt
1.
Waarschuwingslampje veiligheidsgordel(s)
vóór niet vastgemaakt/losgemaakt op het
instrumentenpaneel.
2. Verklikkerlampje veiligheidsgordel linksachter
niet vastgemaakt (op het display van de
verklikkerlampjes voor de veiligheidsgordels
en de airbag vóór aan passagierszijde).
3. Verklikkerlampje veiligheidsgordel rechtsachter
niet vastgemaakt (op het display van de
verklikkerlampjes voor de veiligheidsgordels en
de airbag vóór aan passagierszijde).
Als u een lading op de voorstoel aan
passagierszijde plaatst, kan dit ertoe leiden
dat het verklikkerlampje gaat branden.
Verklikkerlampje(s)
veiligheidsgordel(s) vóór
Verklikkerlampje 1 brandt op het
instrumentenpaneel als de veiligheidsgordel
niet vastgemaakt of losgemaakt is.
Als de rijsnelheid hoger is dan 20 km/h,
knippert het verklikkerlampje ongeveer
30 seconden in combinatie met een
geluidssignaal.
Indien de veiligheidsgordel hierna nog steeds
niet is vastgemaakt, verandert de toon van
het geluidssignaal en blijft dit nog eens
90 seconden actief.
Verklikkerlampje(s)
veiligheidsgordel(s) achter
Verklikkerlampje 2 en/of 3 brandt (op het display
van de verklikkerlampjes voor de veiligheidsgordels
en de airbag vóór aan passagierszijde)
wanneer een of meer passagiers achterin hun
veiligheidsgordel losmaken.
Als de rijsnelheid hoger is dan 20 km/h, knippert
het verklikkerlampje ongeveer 30 seconden in
combinatie met een geluidssignaal.
Indien de veiligheidsgordel hierna nog steeds
niet is vastgemaakt, verandert de toon van het
geluidssignaal en blijft dit nog eens 90 seconden
actief.
Veiligheid
Instructies
Alvorens te gaan rijden dient de
bestuurder te controleren of alle
passagiers hun veiligheidsgordel goed
hebben omgedaan en vastgemaakt.
Zorg ervoor dat alle inzittenden tijdens het
rijden hun veiligheidsgordel dragen, ook al
betreft het een korte rit.
Wissel de gespen van de
veiligheidsgordels onderling niet om; de
gordels zijn dan niet voldoende effectief.
De veiligheidsgordels zijn voorzien van
een oprolautomaat die ervoor zorgt dat de
lengte van de gordel automatisch wordt
aangepast aan de lichaamsbouw van de
gebruiker. De gordel wordt automatisch
opgerold als deze niet wordt gebruikt.
Controleer zowel voor en na het gebruik
van de gordel of deze goed is opgerold.
De heupgordel moet zo laag mogelijk op
het bekken worden geplaatst.
De schoudergordel moet langs het
holle gedeelte van de schouder worden
geplaatst.
De oprolautomaten zijn voorzien van
een automatische blokkeerinrichting die
in werking treedt bij een aanrijding, een
noodstop of het over de kop slaan van
de auto. U kunt de blokkeerinrichting
deblokkeren door stevig aan de riem te
trekken en deze weer los te laten, zodat
de riem weer een stukje wordt opgerold.
5
55

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave