2. Informatie over de auto met:
-
Kilometerteller en dagteller.
-
Informatie van de boordcomputer.
-
Informatie van de snelheidsbegrenzer.
3. Brandstofniveaumeter.
Centraal display van
de uitvoering met ETG-
versnellingsbak
1.
Stand van de selectiehendel en
ingeschakelde versnelling.
2. Informatie over de auto met:
-
Kilometerteller en dagteller.
-
Informatie van de boordcomputer.
-
Informatie van de snelheidsbegrenzer.
-
Buitentemperatuur. De temperatuur
knippert bij kans op gladheid.
3. Brandstofniveaumeter.
Display verklikkerlampjes
veiligheidsgordels achterpassagiers
en airbag vóór aan passagierszijde
A. Verklikkerlampje veiligheidsgordel links
achter.
B. Waarschuwingslampje veiligheidsgordel
rechts achter.
C. Verklikkerlampje airbag vóór aan
passagierszijde uitgeschakeld.
D. Verklikkerlampje airbag vóór aan
passagierszijde ingeschakeld.
Het verklikkerlampje C of D blijft branden,
afhankelijk van de status van de airbag vóór aan
passagierszijde (uitgeschakeld of ingeschakeld).
Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampjes
De verklikkerlampjes (weergegeven als
symbolen) informeren de bestuurder over
een defect (waarschuwingslampjes) of
de werking van een systeem (werking of
uitschakeling waarschuwingslampjes).
Bepaalde waarschuwingslampjes branden op
twee manieren (vast of knipperend) en/of in
verschillende kleuren.
Bijbehorende waarschuwingen
Het branden van een lampje kan in combinatie
met een geluidssignaal plaatsvinden en/of een
weergegeven melding op het display.
De manier van oplichten van het lampje
t.a.v. de werkingsfase bepaalt of de situatie
normaal is of dat er een fout is opgetreden, zie
de beschrijving van ieder lampje voor meer
informatie.
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan bepaalde
rode of oranje waarschuwingslampjes enkele
seconden branden. Deze lampjes moeten
doven als de motor draait.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over uitrusting of een functie.
1
9