Veiligheid
Overzicht van zitplaatsen
geschikt voor i-Size-
kinderzitjes
i-Size-kinderzitjes zijn voorzien van twee sloten
die aan de twee bevestigingsringen A kunnen
worden vastgemaakt.
i-Size-kinderzitjes zijn ook uitgerust met:
-
een bovenste bevestigingsriem die
kan worden vastgemaakt aan de
bevestigingsring B,
-
of een steun die op de vloer rust vóór de
voor i-Size-kinderzitjes geschikte zitplaats
van de auto. Deze steun voorkomt dat het
zitje bij een ongeval kantelt.
Overeenkomstig de nieuwe Europese
wetgeving toont dit overzicht de mogelijkheden
voor het bevestigen van een i-Size-kinderzitje
op een plaats in de auto voorzien van ISOFIX-
bevestigingen die voor i-Size-kinderzitjes zijn
goedgekeurd.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de ISOFIX-kinderzitjes
en in het bijzonder de ISOFIX-bevestigingen en
de ringen.
70
kinderzitje
Passagiersstoel
1e zitrij
Geen i-Size
vóór
Buitenste
2e zitrij
zitplaatsen (a)
i-U: zitplaats geschikt voor de bevestiging
van een universeel gehomologeerd
i-Size-kinderzitje in de rijrichting of met
de rug in de rijrichting.
(a)
Als u een kinderzitje met de rug of
het gezicht in de rijrichting op een
achterzitplaats bevestigt, moet u de
voorstoel naar voren schuiven en de
rugleuning ervan rechtop zetten zodat er
voldoende ruimte is voor het kinderzitje
en de benen van het kind.
Veiligheidsvoorschriften
i-Size-
Bij een onjuist geplaatst kinderzitje is
de bescherming van het kind bij een
aanrijding niet meer gewaarborgd.
Controleer of er geen veiligheidsgordel of
gesp van de veiligheidsgordel onder het
kinderzitje zit; dat zou de stabiliteit van het
zitje in gevaar kunnen brengen.
i-U
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels
of het tuigje van het kinderzitje, zelfs bij
korte ritten, worden vastgemaakt waarbij
de speling ten opzichte van het lichaam
van het kind zoveel mogelijk moet worden
beperkt.
Zorg er bij het bevestigen van het
kinderzitje met de veiligheidsgordel voor
dat de veiligheidsgordel correct tegen het
kinderzitje is gespannen en dat de gordel
het kinderzitje stevig op zijn plaats houdt.
Schuif de passagiersstoel, wanneer deze
versteld kan worden, indien nodig naar
voren.
Verwijder de hoofdsteun alvorens
een kinderzitje met een rugleuning te
plaatsen op een passagiersstoel.
Berg de hoofdsteun zorgvuldig op om te
voorkomen dat de hoofdsteun door de
auto vliegt bij krachtig afremmen. Plaats
de hoofdsteun terug zodra het kinderzitje
is verwijderd.