Toegang tot de auto
Sleutels
Met de sleutel kunnen de voorportieren, de
achterklep en het stuurslot worden vergrendeld
en ontgrendeld, kan de airbag vóór aan
passagierszijde worden uitgeschakeld en kan
het contactslot worden bediend.
Vergrendeling
-
Steek de sleutel in het slot van een van de
voorportieren en draai hem richting de achterzijde van
de auto om het desbetreffende portier te vergrendelen.
-
Steek de sleutel in het slot van de achterklep en draai
hem naar rechts om de achterklep te vergrendelen.
22
Ontgrendeling
-
Steek de sleutel in het slot van een
van de voorportieren en draai hem
richting de voorzijde van de auto om het
desbetreffende portier te ontgrendelen.
-
Steek de sleutel in het slot van de
achterklep en draai hem naar links om de
achterklep te ontgrendelen.
Afstandsbediening
Hiermee kunt u op afstand de vergrendel- en
ontgrendelfuncties van de auto uitvoeren.
De radiografische afstandsbediening is een
systeem met een groot bereik. Het is raadzaam
om niet met de knop van de afstandsbediening
te spelen om te voorkomen dat de portieren per
ongeluk ontgrendeld worden.
Druk nooit herhaaldelijk op de knoppen van
uw afstandsbediening wanneer u buiten het
bereik van uw auto bent, want dan werkt de
afstandsbediening mogelijk niet meer.
Uitklappen/inklappen van
de sleutel
F Druk op deze knop om de sleutel uit of in te
klappen.
Vergrendelen
F Druk op deze knop om de auto te
vergrendelen.
De richtingaanwijzers knipperen één keer.