Pos. Omschrijving
15
Rijhendel
/
(rijden)
16
Korte beschrijving
Inschakeling van machinefuncties en traploze instelling van
de rijsnelheid - vooruit of achteruit.
Middelste stand: motor in vrijlooptoerental, geen rijaandrijving;
- Om de rijhendel te kunnen bewegen moet de greep om-
hoog (16) worden getrokken.
Zodra de rijhendel wordt uitgezwenkt, worden de ingeschakel-
de "AUTO" of "HANDMATIG"-functies geactiveerd:
- transporteur / worm
- stamper / vibratie
- nivellering
evenals de verhoging van de rijsnelheid tot de aanslag
Samen met het uitzwenken van de rijhendel moet de
A
veiligheidsschakelaar in de treeplank van de bestuur-
derspositie worden bediend. Anders is de rijaandrijving
geblokkeerd.
De maximumsnelheid wordt ingesteld met de rijsnel-
A
heidknop.
f
De rijsnelheid kan niet met de rijsnelheidknop tot "0"
worden verlaagd. Bij uitgezwenkte rijhendel heeft de
machine een geringe voortstuwing, ook wanneer de rij-
snelheidknop van de rijaandrijving op nul staat!
Wanneer de motor wordt gestart terwijl de rijhendel niet
A
op de middelste stand staat, is de rijaandrijving geblok-
keerd.
Om de rijaandrijving te kunnen starten, moet de rijhen-
del weer op de middelste stand worden gezet.
Bij het omschakelen tussen voorwaarts/achterwaarts
A
rijden moet de rijhendel even op de nulstand staan.
D 10.12 7