Pos. Omschrijving
10
Verlichting
11
Noodstopknop
Motortoerental-
12
insteller
Rechtuitrij-
13
instelling
14
Contactslot
Korte beschrijving
Verlicht bij ingeschakeld parkeerlicht bedieningsveld A / B.
Indrukken bij noodgevallen (personen in gevaar, dreigende
botsing enz.)!
-
Door indrukken van de noodstopknop worden de motor,
aandrijvingen en besturing uitgeschakeld.
Uitwijken, omhoog zetten van de balk etc. is dan niet meer
mogelijk! Ongevalgevaar!
-
De gasverwarmingsinstallatie wordt niet afgesloten door
de noodstopknop.
Hoofdafsluitkraan en beide fleskleppen met de hand slui-
ten!
-
Om de motor opnieuw te kunnen starten, moet de knop
weer worden ontgrendeld.
Traploze instelling van het toerental (wanneer de rijhendel is
uitgezwenkt).
Min. stand: vrijlooptoerental
Max. stand: nominale toerental
Voor inbouwwerk normaal gesproken het nominale
A
toerental instellen, voor transporten het toerental verla-
gen.
De automatische toerentalregeling zorgt ervoor dat het
A
ingestelde toerental ook bij belasting constant blijft.
Met deze potentiometer wordt tijdens het rijden de rechtuitrijs-
tand gelijkmatig ingesteld:
-
Besturing op stand "0" draaien; dan de potentiometer in-
stellen totdat de machine rechtuit rijdt.
Schakelaarstanden:
-
P: Parkeerstand + waarschuwingslichten inschakelbaar
-
0: Contact UIT
-
1: Contact AAN, verlichting en oplosmiddel-
sproei-installatie inschakelbaar
- 2: Startfunctie
Een motorstart is alleen mogelijk wanneer de rijhendel
A
op de middelste stand staat en er geen "AUTO" of
"HANDMATIG"-functie is ingeschakeld.
De sleutel kan alleen in stand 0 worden verwijderd.
A
D 10.12 5