1.2
Onderhoudspunten
Kettingspanning (1)
Te slap gespannen kettingen kunnen uit
m
de geleiding van de rollen, het aandrijf-
wiel en het leiwiel lopen en versnellen de
slijtage.
Te strak gespannen kettingen versnellen de slijtage van de leiwiel- en aandrijflagers
m
en de slijtage van de bouten en bussen van de ketting.
Kettingspanning controleren / instellen - versie vetspanner
- De kettingspanning wordt ingesteld m.b.v. vetspanners. De vulaansluitingen (A)
bevinden zich links en rechts achter de zijkleppen.
x
F 7.12 6
A
B
C