Inhoudsopgave
Advertenties
Voorspanning van de veerspanner
De voorspanning van de veer is correct
A
wanneer de afstand (B) tussen beide ve-
erflenzen 186 mm bedraagt.
- De voorspanning kan worden verho-
ogd of verlaagd door afwisselend de
twee bouten (C) te draaien en daarbij
de bijbehorende moeren (D) tegen te
houden.
Spanning instellen:
- De veerspanning wordt verhoogd door
de bijbehorende stelschroef te draaien.
Hiertoe:
- Dop (E) demonteren.
- Contramoer (F) losdraaien.
- Stelschroef (G) draaien tot de twee
bouten (C) een speling van 5 mm
tussen beide flenshelften hebben.
Speling van de bouten controleren door
A
heen en weer bewegen.
- Contramoer (F) vastdraaien.
- Dop (E) monteren.
Deze instelling zorgt voor een correcte
A
doorhang van de ketting!
Ketting losmaken:
- Contramoer (F) losdraaien.
- Stelschroef (G) zo ver mogelijk uitdraaien.
Het leiwiel beweegt vanzelf terug of moet handmatig worden teruggezet.
A
C
B
E
F
5mm
D
G
C
F 7.12 9
Advertenties
Inhoudsopgave
