- Eventueel de motor van de stroomleverende machine starten en een tijdje
laten lopen.
Nu proberen de andere machine te starten.
- Contactsleutel (3) op stand 1 draaien en wachten tot de voorgloeicontrole (9) uit is.
- Contactsleutel (3) op de startpositie draaien om de motor te starten.
Maximaal 20 seconden ononderbroken starten, daarna een minuut pauzeren!
Als de motor niet aanspringt en het controlelampje Foutmelding (5) brandt, heeft de
A
elektronische motorregeling de startblokkering geactiveerd om de motor te bescher-
men.
De startblokkering wordt uitgeschakeld wanneer men het systeem ca. 30 s uitscha-
kelt met de contactsleutel (3).
- Als de motor na twee startpogingen nog niet is aangesprongen, dient men de oor-
zaak op te sporen!
- Als de motor is aangesprongen: de startkabels in omgekeerde volgorde losmaken.
D 40.12 10