Planeetdrijfwerk (4)
- Tuimelaar zodanig draaien dat de af-
tapschroef (B) zich onderaan bevindt.
- Voor oliepeilcontrole de controle-
schroef (A) uitdraaien.
Het oliepeil is correct wanneer de olie tot
A
aan de onderkant van de controleope-
ning staat of wanneer er een beetje olie
uit de opening druipt.
Vullen met olie:
- Vulschroef (A) uitdraaien.
- De voorgeschreven olie in de vulope-
ning (A) gieten tot de olie tot aan de
onderkant van de controleopening
staat.
- Vulschroef (A) weer vastdraaien.
Olieverversing:
De olieverversing moet altijd in bedrijfs-
A
warme toestand worden uitgevoerd.
m
Zorg ervoor dat er geen vuil of onge-
wenste voorwerpen in het drijfwerk te-
rechtkomen.
- Tuimelaar zodanig draaien dat de af-
tapschroef (B) zich onderaan bevindt.
- Aftapschroef (B) en vulschroef (A) uit-
draaien en de olie aftappen.
- Afdichtingen van beide schroeven
controleren en eventueel vervangen.
- Aftapschroef (B) vastdraaien.
- Via de vulopening verse olie toevoegen tot de onderkant van de opening is bereikt.
- Vulschroef (A) vastdraaien.
F 7.12 12
B
A
B