Pos. Omschrijving
103
Rijhendel
/
(rijden)
104
Rijsnelheidknop
105
rijaandrijving
Korte beschrijving
Inschakeling van machinefuncties en traploze instelling van
de rijsnelheid - vooruit of achteruit.
Middelste stand: motor in vrijlooptoerental, geen rijaandrijving;
- Om de rijhendel te kunnen bewegen moet de greep om-
hoog (16) worden getrokken.
Zodra de rijhendel wordt uitgezwenkt, worden de ingeschakel-
de "AUTO"-functies geactiveerd:
- transporteur / worm
- stamper / vibratie
- nivellering
evenals de verhoging van de rijsnelheid tot de aanslag
Samen met het uitzwenken van de rijhendel moet de
A
veiligheidsschakelaar in de treeplank van de bestuur-
derspositie worden bediend. Anders is de rijaandrijving
geblokkeerd.
De maximumsnelheid wordt ingesteld met de rijsnel-
A
heidknop.
f
De rijsnelheid kan niet met de rijsnelheidknop tot "0"
worden verlaagd. Bij uitgezwenkte rijhendel heeft de
machine een geringe voortstuwing, ook wanneer de rij-
snelheidknop van de rijaandrijving op nul staat!
Wanneer de motor wordt gestart terwijl de rijhendel niet
A
op de middelste stand staat, is de rijaandrijving geblok-
keerd.
Om de rijaandrijving te kunnen starten, moet de rijhen-
del weer op de middelste stand worden gezet.
Bij het omschakelen tussen voorwaarts/achterwaarts
A
rijden moet de rijhendel even op de nulstand staan.
Hiermee wordt de snelheid ingesteld die moet worden bereikt
wanneer de rijhendel volledig is uitgezwenkt.
De schaal komt ongeveer overeen met de snelheid in
A
m/min (bij inbouwen).
f
De rijsnelheid kan niet met de rijsnelheidknop tot "0"
worden verlaagd. Bij uitgezwenkte rijhendel heeft de
machine een geringe voortstuwing, ook wanneer de rij-
snelheidknop van de rijaandrijving op nul staat!
D 10.12 51