6
Voer de bestemming(en) in met de volgende vier methoden.
Snelkiezen:
Druk op de gewenste snelkiestoets(en).
Verkort kiezen:
Druk op [Verkort kiezen]
*Voer een code van drie cijfers in (000 to 168) voor het model FAX-L390.
•
Kieslijst:
Druk op [Kieslijst]
Normaal kiezen:
Voer het nummer in met de numerieke toetsen of met [Nummerherhaling/Pauze].
•
•
OPMERKING
Als u een fout maakt bij het bellen, open dan het paneel met snelkiestoetsen
6
het laatste cijfer te verwijderen. Druk op [Wissen] om de volledige vermelding te verwijderen wanneer u de
nummerieke toetsen gebruikt.
7
Druk op [Start].
Het apparaat scant het document en slaat het op in het geheugen.
OPMERKING
•
Als tijdens het scannen van het document het geheugen van het apparaat volraakt, verschijnt <GEHEUGEN
VOL> op het display. In dat geval kunt u het document niet op een ingesteld tijdstip verzenden.
•
U kunt slechts één tijdstip tegelijk invoeren.
•
Dankzij de multitaskingmogelijkheden van het apparaat, kunt u documenten verzenden, ontvangen, afdrukken en
kopiëren wanneer u het apparaat heb ingesteld voor uitgestelde verzending.
•
Om te kunnen afdrukken, kopiëren of om andere documenten te verzenden nadat u het apparaat hebt ingesteld
voor uitgestelde verzending, volgt u de procedures die zijn beschreven in deze Gebruikershandleiding.
•
Een uitgestelde verzending annuleren: zie "Een faxopdracht verwijderen" op p. 12-2.
•
Het apparaat kan een lijst afdrukken van de documenten die in het geheugen zijn opgeslagen (DOC.
GEHEUGENLIJST), samen met het transactienummer van elk document. Het met uitstel te verzenden document
wordt vermeld als <UITGESTELDE TX> of <UITG GR VERZ>. De lijst afdrukken: zie "Documentgeheugenlijst" op
p. 13-14.
Wanneer het verzendtijdstip is aangebroken, wordt het nummer gekozen en het document verzonden.
6-16
Uitgestelde verzending
voer de tweecijferige code (00-99)* in met de nummerieke toetsen.
Druk vóór elke code op [Verkort kiezen].
voer de eerste letter van de naam in van de partij waarvan u het nummer zoekt.
U kunt 10 nummers invoeren.
Druk op [OK] nadat u een nummer hebt ingevoerd met de numerieke toetsen.
druk op [Verwijderen] of [ (-)] om