Een kopieeropdracht bevestigen en verwijderen
1
Druk op [Systeemmonitor] tot <KOPIEERSTATUS> wordt weergegeven.
OPMERKING
Als er geen opdracht is, wordt <GEEN KOP.OPDR. AANW.> weergegeven.
2
Druk op [
(-)] of [
K O P I E E R S T A T U S
0 0 0 3
3
Druk op [OK] wanneer u de kopieeropdracht wilt verwijderen.
K O P I Ë R E N A N N U L E R E N ?
< J A
4
Als u besluit de opdracht te verwijderen, drukt u op [ (-)] voor <JA>.
OPMERKING
Om het verwijderen van de opdracht te annuleren, drukt u op [
Wanneer de opdracht eenmaal is verwijderd, kan deze niet meer worden hersteld.
Een afdrukopdracht bevestigen en verwijderen
1
Druk drie keer op [Systeemmonitor].
OPMERKING
Als er geen opdracht is, wordt <GEEN AFDR. OPDR.> weergegeven.
2
Druk op [ (-)] of [ (+)] om de bestandsnaam te bevestigen.
A F D R U K S T A T U S
- - - - - - - - - - - - -
B E S TA N D S N A A M
3
Druk op [OK] wanneer u de afdrukopdracht wilt verwijderen.
A F D R . A N N U L E R E N ?
< J A
(+)] om het opdrachtnummer en het aantal kopieën te bevestigen.
0 3 0 2
N E E >
N E E >
De status van kopieer-, fax-, afdruk- en rapportageopdrachten controleren
(+)] voor <NEE>.
12
12-3