Er treden regelmatig papierstoringen op.
V
A
V
A
V
A
A
V
A
Enveloppen worden niet goed ingevoerd.
V
A
14
V
A
14-14
Problemen met de papierinvoer
Is het juiste papier geplaatst?
Controleer het papierformaat, de papierdikte en het type papier dat u gebruikt. (Zie "Eisen aan
afdrukmaterialen" op p. 4-1.)
Is het juiste papier goed geplaatst?
Maak een waaier van de papierstapel voordat u deze in de cassette plaatst. Hiermee voorkomt u dat
de vellen papier aan elkaar kleven.
Is het uitvoerblad vrij voor een ongehinderde uitvoer van het papier?
Plaats het geleverde papier niet terug op het uitvoerblad. (Zie "Gebied voor papieruitvoer met
bedrukte zijde naar beneden" op p. 4-13.)
Plaats geen andere voorwerpen op het uitvoerblad dan papier. (Zie "Gebied voor papieruitvoer met
bedrukte zijde naar beneden" op p. 4-13.)
Is het apparaat op de juiste plaats geïnstalleerd?
Controleer of het apparaat op de juiste plaats is geïnstalleerd. (Voor meer informatie over de
technische gegevens van het apparaat: zie bijlage A, "Technische gegevens." Voor
veiligheidsinformatie en waarschuwingen: zie "Een plaats voor het apparaat kiezen" op p. 2-1.)
Zijn de enveloppen op de juiste wijze geplaatst?
Zorg dat de enveloppen goed zijn geplaatst. (Zie "Enveloppen in de cassette plaatsen" op p. 4-5 of
"Een envelop in de MP-invoer plaatsen" op p. 4-9.) Plaats niet meer dan 20 enveloppen in de
cassette*. Plaats de enveloppen één voor één in de MP-invoer.
Is de juiste envelop geplaatst?
Plaats de aanbevolen enveloppen (COM10, MONARCH, DL of ISO-C5) in de cassette* of
MP-invoer. (Zie "Enveloppen in de cassette plaatsen" op p. 4-5 of "Een envelop in de MP-invoer
plaatsen" op p. 4-9.)
*Alleen voor het model FAX-L380S.