Wanneer <VRIJFORM> is geselecteerd:
Druk op [ (-)] of [ (+)] <VERTICAAL FORM.> of <HORIZONTAAL FORM.> te selecteren
Gebruik de numerieke toetsen of druk op [ (-)] of [ (+)] om de verticale en horizontale afmetingen van het
papier in millimeters (mm) op te geven.
Beschikbare instellingen in <VERTICAAL FORM.>: 127 mm - 356 mm
Beschikbare instellingen in <HORIZONTAAL FORM.>: 76 mm - 216 mm
Druk op [OK].
Herhaal de bovenstaande stappen om zowel de horizontale als de verticale afmetingen van het papier aan te
geven.
6
Druk op [Stop/Reset] om terug te gaan naar de stand-bymodus.
Het type papier opgeven
<NORMAAL PAPIER> is geselecteerd als het standaard type papier. Wanneer u kopieert op ander
papier dan normaal papier, geeft u het type papier als volgt op. Door eerst het type papier op te geven,
voorkomt u een slechte kopiekwaliteit of dat de afdruk niet goed op het papier verschijnt.
1
Druk op [Menu].
2
Druk op [ (-)] of [
3
Druk op [ (-)] of [
4
Druk op [ (-)] of [ (+)] om <2.TYPE PAPIER> te kiezen
5
Druk op [ (-)] of [ (+)] om het juiste type papier te kiezen (NORMAAL PAPIER, NORMAAL PAPIER L,
DIK PAPIER*, DIK PAPIER H* of TRANSPARANT*)
Voor het model FAX L390, is papier dat gemarkeerd is met een * alleen beschikbaar voor de MP-invoer.
6
Druk op [Stop/Reset] om terug te gaan naar de stand-bymodus.
Het papierformaat en het type papier opgeven (voor zowel de papiercassette als de MP-invoer)
(+)] om <1.PAPIERINST.> te selecteren
(+)] om <1.CASSETTE> of <2. MP-BLAD> te kiezen
druk op [OK].
druk op [OK].
druk op [OK].
druk op [OK].
druk op [OK].
11
11-3