Pagina 1
Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Lees deze handleiding door voordat u de apparatuur gaat gebruiken. Bewaar de handleiding na het doorlezen op een veilige plaats, zodat u deze later desgewenst kunt raadplegen.
Pagina 2
Bij het samenstellen van deze handleidingen is de grootst mogelijke zorgvuldigheid nagestreefd om de handleidingen vrij van onnauwkeurigheden of weglatingen te maken. Aangezien we echter voortdurend onze producten verbeteren en aanpassen, kunt u contact opnemen met Canon als u een...
* Snelheden van ca. 3 seconden per pagina op basis van verzending via de standaardfaxkaart nr. 1 van Canon (Standaardmodus) met een modemsnelheid van 33,6 kbps. Het openbare telefoonnet ondersteunt modems met snelheden van 28,8 kbps. Deze snelheid is afhankelijk van de kwaliteit van de lijnverbinding.
Veiligheidsinformatie Laserveiligheid Laserstralen kunnen gevaarlijk zijn voor het menselijk lichaam. Om deze reden is de laserstraling die in dit apparaat vrijkomt, hermetisch afgesloten binnen een beschermende behuizing en een externe kap. Bij normale bediening van dit product kan geen straling vrijkomen. Dit product is geclassificeerd als een laserproduct van Klasse 1 conform IEC 60825-1: 1993 en EN 60825-1: 1994.
Inleiding Bedankt voor uw aankoop van het nieuwe Canon FAX-L380S/L390-model. Wij zijn ervan overtuigd dat dit apparaat niet alleen zal voldoen aan al uw afdruk- en kopieerwensen, maar ook alles biedt voor uw fax- en telefooncommunicatie.
Functies van de fax voor normaal papier UHQ™-beeldverwerkingssysteem Het apparaat gebruikt het Ultra High Quality-beeldverwerkingssysteem van Canon om de kwaliteit van per fax verzonden foto's te verbeteren. Foutcorrectiemodus (ECM) De Foutcorrectiemodus (ECM) van het apparaat minimaliseert de kans op storingen bij communicatie met andere faxapparaten die over ECM beschikken.
Functies van de printer Voortreffelijke afdrukkwaliteit × Het apparaat is uitgerust met een laserprinter van 1200 dpi verbeterd 600 dpi, zodat u zowel tekst als afbeeldingen met een hoge resolutie kunt afdrukken. Eenvoudig onderhoud De Cartridge T Starter en de normale Cartridge T bevatten zowel de toner als de drum, waardoor deze eenvoudig zijn te installeren en te vervangen.
Het apparaat gebruiken met het printerstuurprogramma Het bij het apparaat geleverde printerstuurprogramma stelt u in staat het apparaat op uw computer aan te sluiten en de afdrukfunctie te gebruiken. • Het apparaat als standaardprinter gebruiken voor Windows-toepassingen. Raadpleeg de softwarehandleiding, die u ook op deze cd-rom aantreft, voor meer informatie over het gebruik van het printerstuurprogramma voor het apparaat.
Tenzij anders vermeld, zijn de illustraties in deze handleiding gebaseerd op de FAX-L380S zonder dat hier optionele apparaten op zijn aangesloten. Als er verschil is tussen de FAX-L380S en de FAX-L390, wordt dit duidelijk in de tekst vermeld, bijvoorbeeld "Alleen voor het FAX-L380S-model".
• Gebruik het apparaat niet in de buurt van water. Als u vloeistof op of in het apparaat morst, haal dan direct de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw Canon-dealer of de Canon-helpdesk. •...
Probeer een eventueel probleem met de werking van het apparaat op te lossen aan de hand van de informatie in Hoofdstuk 14. Als u het probleem niet kunt oplossen of als u denkt dat onderhoud aan het apparaat nodig is, neem dan contact op met uw Canon-dealer of de Canon-helpdesk. Veiligheidsinstructies...
Het apparaat installeren HOOFDSTUK In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u het apparaat moet uitpakken, in elkaar zetten en aansluiten en hoe u de tonercartridge moet plaatsen en het papier moet laden: alles wat u moet weten om met het apparaat aan de slag te kunnen.
UITVOERBLAD HOOFDEENHEID DOCUMENTUITVOERBLAD CARTRIDGE T STARTER CASSETTEVERLENGING* VERLENGDEKSEL* NETSNOER TELEFOONSNOER DOCUMENTATIE BESTEMMINGSETIKETTEN CD-ROM OVERLEGVEL Als één van de bovenstaande voorwerpen is beschadigd of ontbreekt, neem dan direct contact op met uw Canon-dealer. *Alleen voor het model FAX-L380S Het apparaat uitpakken...
Als u het apparaat ook als printer wilt gebruiken, dient u naast de onderdelen die worden meegeleverd, zelf een USB-kabel aan te schaffen. Deze is verkrijgbaar bij uw Canon-dealer. Voor de beste afdrukresultaten dient u een kabel te gebruiken met een maximale lengte van 5 meter.
Cartridge T te bestellen als vervanging van een lege Cartridge T Starter. Hoewel Canon een groot aantal verschillende typen tonercartridges produceert, is Cartridge T het enige type dat geschikt is voor het apparaat. U kunt de Cartridge T bestellen bij uw Canon-dealer. Het apparaat uitpakken...
Het apparaat in elkaar zetten Gebruik de volgende instructies om het apparaat en de diverse onderdelen in elkaar te zetten. Om te zien hoe het apparaat eruitziet wanneer deze volledig in elkaar is gezet, zie “Kennismaking met het apparaat” op p. 2-11. Onderdelen bevestigen OPMERKING Zorg dat de nokjes goed in de opening zijn geplaatst.
Trek de papiercassette naar buiten. Bevestig de cassetteverlenging op de cassette. Bevestig het verlengdeksel aan de achterzijde van het apparaat. Schuif de papiercassette in het apparaat. *De papiercassette hoeft alleen bij het model FAX-L380S te worden geïnstalleerd. Het apparaat in elkaar zetten...
• Sluit alle externe apparaten aan voordat u het apparaat gaat gebruiken. • Vanwege verschillen in technische specificaties kan Canon niet garanderen dat alle antwoordapparaten compatibel zullen zijn met het apparaat. • Als u een extern apparaat op het apparaat hebt aangesloten, controleer dan ook of u de juiste ontvangstmodus hebt ingesteld.
Het telefoonsnoer aansluiten Sluit het telefoonsnoer aan op de aansluiting aan de linkerkant van het apparaat: Sluit de optionele handset aan op Sluit een extra telefoon of antwoordapparaat aan op Sluit het meegeleverde telefoonsnoer aan op Sluit het andere uiteinde van het snoer aan op een telefooncontactdoos.
Pagina 27
Sluit het netsnoer als volgt aan: Sluit het meegeleverde netsnoer aan op de elektrische aansluiting aan de achterzijde van het apparaat. Steek het andere uiteinde in het stopcontact. OPMERKING Het apparaat heeft geen aan/uit-schakelaar en wordt van voedingsspanning voorzien zolang de stekker zich in het stopcontact bevindt.
De displaytaal en het land instellen* Wanneer u het netsnoer voor de eerste keer op een stopcontact aansluit, dient u de taal van het display in te stellen. Voor sommige landen geldt dat u ook het land dient te selecteren waar u het apparaat gebruikt.
Kennismaking met het apparaat Voordat u het apparaat gaat gebruiken, kunt u de illustraties op deze pagina's bekijken om vertrouwd te raken met de diverse onderdelen van het apparaat. Vooraanzicht FAX-L380S Documentinvoerblad Uitvoerblad Plaats hier uw documenten. Hier komen de afdrukken terecht.
Pagina 30
FAX-L390 Documentinvoerblad Uitvoerblad Plaats hier uw documenten. Hier komen de afdrukken terecht. ADF (Automatische documentinvoer) Klep van de printer Bevat de documenten en voert ze automatisch naar de scanner in Open de klep wanneer u de cartridge wilt plaatsen of het apparaat.
Achteraanzicht FAX-L380S FAX-L390 USB-poort Achterklep Sluit hier de USB-kabel (Universal Serial Bus) aan. Open deze klep om papier met de bedrukte zijde naar boven uit te voeren of om een papierstoring te verhelpen. Handsetaansluiting Elektrische aansluiting Sluit hier de (optionele) handset aan.
Het bedieningspaneel FAX-L380S COPY PQRS WXYZ FAX-L390 COPY PQRS WXYZ Menu-toets Energiebesparingstoets Gebruik deze toets om de bediening van het apparaat aan te Gebruik deze toets om de Energiebesparingsmodus handmatig in passen. te stellen of te annuleren. De toets licht groen op wanneer de Energiebesparingsmodus is ingeschakeld.
Stop/Reset-toets Kieslijsttoets Gebruik deze toets om de verzending of ontvangst van faxen of Gebruik deze toets om fax-/telefoonnummers op te zoeken die andere activiteiten te annuleren en terug te gaan naar het zijn opgeslagen voor snelkiezen. stand-bydisplay. Verkort kiezen-toets (-)- en (+)-toetsen Gebruik deze toets om fax-/telefoonnummers op te zoeken die Gebruik deze toetsen om de keuzemogelijkheden te bekijken.
Energiebesparingsmodus Het apparaat beschikt over een energiebesparingsfunctie. Wanneer er gedurende 5 minuten geen handelingen worden uitgevoerd, gaat het apparaat automatisch over in de energiebesparingsmodus. OPMERKING • De tijd die verstrijkt voordat het apparaat in de energiebesparingsmodus overgaat, kan worden ingesteld binnen een bereik van 3 tot 30 minuten.
De tonercartridge Cartridges gebruiken en bewaren • Open nooit de beschermklep van de drum aan de onderzijde van de cartridge. Als het oppervlak van de drum wordt blootgesteld aan licht, zal de afdrukkwaliteit afnemen. • Zet de cartridge nooit op de zijkant of ondersteboven. Als de toner in de cartridge aankoekt, kan het heel moeilijk zijn de toner door schudden opnieuw gelijkmatig te verdelen.
De authentieke Canon Cartridge T Starter die met het apparaat wordt meegeleverd, kan ca. 2500 pagina's afdrukken (op basis van A4-papier dat voor 5% wordt bedrukt). Met de authentieke Canon Cartridge T, die u apart kunt kopen, kunt u ca. 3500 pagina's afdrukken (op basis van A4-papier dat voor 5% wordt bedrukt).
Pagina 37
Schud de cartridge enkele malen voorzichtig heen en weer om de toner in de cartridge gelijkmatig te verdelen. INSTRUCTIES BESCHERMENDE SLUITKLEP VAN DRUM OPMERKING Houd de cartridge vast zoals afgebeeld, zodat de zijde met de instructies naar boven is gericht. Druk nooit met kracht op of tegen de beschermende sluitklep van de cartridge.
Pagina 38
Pak de cartridge vast en plaats de pijl op de cartridge in de richting van de binnenzijde van het apparaat zoals hieronder is aangegeven. Breng de nokken aan beide zijden van de cartridge in lijn met de geleiders in het apparaat en schuif de cartridge helemaal naar binnen.
Papier voor afdrukken plaatsen Wanneer de melding <PAPIER BIJVULLEN> op het LCD-display verschijnt, dient u papier in de papiercassette bij te vullen. Hieronder treft u enkele aanwijzingen aan die u dient op te volgen wanneer u papier in de papiercassette bijvult. •...
Hiermee voorkomt u dat het apparaat omvalt, hetgeen kan leiden tot persoonlijk letsel. Stel de lengtegeleider in op het papierformaat. FAX-L380S FAX-L390 Bij het model FAX-L390 stelt u de achterste papiergeleider in op het juiste papierformaat door de nokjes van de stopper in de overeenkomstige openingen van de papiercassette te plaatsen.
Plaats het papier in de cassette. Zorg er bij het model FAX-L380S voor dat de papierstapel onder de nokjes ligt. NOKKEN Zorg dat het papier een rechte stapel vormt. Zorg dat de stapel papier niet hoger is dan de vullimiet.
Informatie opslaan in het apparaat HOOFDSTUK In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u informatie kunt invoeren en opslaan in het apparaat. Aanwijzingen voor het invoeren van informatie In de volgende paragraaf wordt beschreven hoe u gebruikersinformatie kunt invoeren en opslaan in het apparaat.
Pagina 43
Toets Hoofdletter Kleine letter @ . – _ / @ . – _ / PQRS pqrs WXYZ wxyz Hoofdletter Kleine letter Cijfer – . # ! “ , ; : ^ _ = / | ’ ? $ @ % & + \ ( ) [ ] { } < > Volg deze procedure wanneer u bij een stap komt waar u een naam of nummer moet invoeren.
Het apparaat personaliseren Uw documenten identificeren Wanneer u documenten verzendt, kunt u uw faxnummer, uw naam en de datum en tijd laten afdrukken door het faxapparaat van de andere partij. Deze informatie wordt uw TTI (Transmit Terminal Identification) genoemd en verschijnt in kleine letters langs de bovenrand van het verzonden document.
Gebruik de numerieke toetsen om de datum (maand/dag/jaar) en het tijdstip (volgens het 24-uur systeem) in te voeren druk op [OK]. D A T U M & T I J D T I J D K L O K I N S T E L . ➞...
Het type telefoonlijn instellen Volg deze procedure als u het type telefoonlijn wilt wijzigen. Als u niet zeker weet welk type telefoonlijn wordt gebruikt, neem dan contact op met PTT Telecom. Volg deze procedure om het type telefoonlijn in te stellen: Druk op [Menu].
Pagina 47
Druk tweemaal op [OK]. Druk op [ (-)] of [ (+)] om de maand waarin de zomertijd begint te selecteren druk tweemaal op [OK]. M A A N D W E E K ➞ A P R I L E E R S T E W E E K Druk op [ (-)] of [ (+)] om de week waarin de zomertijd begint te selecteren druk tweemaal op [OK].
Voor een hoge afdrukkwaliteit adviseren wij uitsluitend papier en transparanten te gebruiken die door Canon worden aanbevolen. Sommige typen papier die in de handel verkrijgbaar zijn, zijn mogelijk niet geschikt voor dit apparaat. Als u vragen hebt over papier en transparanten, neem dan contact op met uw Canon-dealer of de Canon-helpdesk.
Denk eraan dat het begrip "afdrukgebied" zowel het aanbevolen gebied voor optimale afdrukkwaliteit weergeeft als het gehele gebied waarop het apparaat in principe vanaf uw computer kan afdrukken. Afdrukgebied (licht gearceerd): Canon adviseert binnen dit gebied af te drukken. Papier MAX.
FAX-L390 BELANGRIJK • Als de papiergeleiders (FAX-L380S) niet goed zijn ingesteld op het papierformaat, kan dit een negatieve invloed hebben op de kwaliteit van uw afdrukken. • Bij het model FAX-L390 dient u de stopper voor het papierformaat aan de achterzijde in te stellen voor het juiste papierformaat.
Pagina 51
Verschuif de breedtegeleiders zodat ze corresponderen met het papierformaat. Maak eerst een waaier van de stapel papier en klop met de randen op een vlak oppervlak om de stapel recht te maken. Plaats het papier met de afdrukzijde omlaag in de papiercassette. Wanneer u papier plaatst dat is voorzien van een bedrijfslogo, plaats dit dan met de afdrukzijde (de zijde met het logo) omlaag en zodanig dat de bovenrand van het papier als eerste wordt ingevoerd.
Enveloppen in de cassette plaatsen OPMERKING • Enveloppen in de cassette plaatsen is alleen van toepassing op het model FAX-L380S. • Plaats een envelop in de MP-invoer wanneer u het model FAX-L390 gebruikt. Zie “Een envelop in de MP-invoer plaatsen” op p. 4-9 voor informatie over het plaatsen van een envelop in de MP-invoer.
Pagina 53
Verwijder alle krullen uit de enveloppen door de randen diagonaal vast te houden en ze voorzichtig iets te buigen. Strijk met een pen of ander rond voorwerp langs de sluitkleppen om ze vlak te maken. De sluitkleppen mogen niet meer dan 5 mm uitsteken. KLEP Maak van de enveloppen een rechte stapel.
Pagina 54
Plaats de envelop met de afdrukzijde naar beneden en met de rechterrand (de rand het dichtst bij de postzegel) eerst. Als de envelop aan de korte zijde is voorzien van een sluitklep, dan moet deze rand als eerste het apparaat in gaan.
Papier in de MP-invoer plaatsen Gebruik de MP-invoer wanneer u wilt kopiëren of afdrukken op ander papier dan het papier dat zich in de cassette bevindt. Plaats de vellen papier één voor één in de MP-invoer. OPMERKING Het papier in de MP-invoer heeft bij invoer prioriteit boven het papier in de cassette. Schuif de papiergeleider tegen het papier dat u wilt gebruiken.
Geef het papierformaat op. Druk op [Menu] druk op [OK]. Druk op [ (-)] of [ (+)] om <2.MP-BLAD> te kiezen druk tweemaal op [OK]. Druk op [ (-)] of [ (+)] om het juiste papierformaat te kiezen druk tweemaal op [OK]. OPMERKING •...
Pagina 57
BELANGRIJK Als de papiergeleiders niet goed zijn ingesteld op het formaat van de enveloppen, kan dit een negatieve invloed hebben op de kwaliteit van uw afdrukken. Schuif de envelop in de MP-invoer recht in de invoer van het apparaat met de afdrukzijde naar boven en met de rechterrand (de rand het dichtst bij de postzegel) eerst.
Oriëntatie van het document en het papier in de cassette of MP-invoer Wanneer u een document in de ADF plaatst, is de oriëntatie van het papier in de cassette of de MP-invoer zoals hieronder is aangegeven. DOCUMENT PAPIER CASSETTE MP-INVOER KOPIE Papier plaatsen 4-11...
Het gebied voor papieruitvoer selecteren Met de uitvoer voor de bedrukte zijde naar beneden wordt papier met de bedrukte zijde naar beneden uitgevoerd . Met de uitvoer voor de bedrukte zijde naar boven wordt papier met de bedrukte zijde naar boven uitgevoerd.
Gebied voor papieruitvoer met bedrukte zijde naar beneden Het papier komt met de bedrukte zijde naar beneden op het uitvoerblad. Papier wordt in de afdrukvolgorde opgestapeld. Sluit de achterklep van de printer. BELANGRIJK • Plaats het geleverde papier niet weer op het uitvoerblad. U voorkomt hiermee de kans op papierstoringen. •...
Snelkiezen HOOFDSTUK In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de snelkiesnummers in het apparaat kunt opslaan en hoe u de snelkiesfuncties kunt gebruiken. Methoden voor snelkiezen Naast normaal kiezen biedt het apparaat diverse mogelijkheden om fax- en telefoonnummers automatisch te laten kiezen. Snelkiezen Hiermee kiest u een fax-/telefoonnummer door op de snelkiestoets te drukken waaronder het nummer is opgeslagen.
Snelkiezen Nummers opslaan voor snelkiezen Het apparaat kan maximaal 31 faxnummers opslaan onder de snelkiestoetsen. Volg deze procedure om snelkiesnummers en namen op te slaan. Druk op [Menu]. Gebruik [ (-)] of [ (+)] om <5.AANV. REGISTRATIE> te selecteren druk tweemaal op [OK]. Druk op [ (-)], [ (+)] of op de snelkiestoets om een snelkiestoets (01 - 31) te selecteren waaronder u...
Een onder een snelkiestoets opgeslagen nummer/naam wijzigen of verwijderen Volg deze stappen als u een onder een snelkiestoets opgeslagen nummer en/of naam wilt wijzigen of als u alle informatie wilt verwijderen die onder een toets is opgeslagen. Volg stap 1 en 2 van “Nummers opslaan voor snelkiezen.” (Zie p.5-2.) Gebruik [ (-)], [ (+)] of de snelkiestoets om de snelkiestoets te kiezen die u wilt wijzigen of verwijderen...
Gebruik de numerieke toetsen om het nieuwe nummer in te voeren druk op [OK]. Informatie over het invoeren of verwijderen van letters: zie “Nummers, letters en symbolen invoeren” op p. 3-1. Als u nog meer nummers en/of namen wilt wijzigen, herhaalt u stap 2 - 6. -of- Als u gereed bent met het wijzigen van nummers en/of namen, drukt u op [Stop/Reset] om terug te gaan naar de stand-bymodus.
Verkort kiezen Nummers opslaan voor verkort kiezen U kunt maximaal 100 nummers (169 nummers op het model FAX-L390) opslaan voor verkort kiezen. Volg deze procedure om nummers en namen op te slaan voor verkort kiezen. Druk op [Menu]. Druk op [ (-)] of [ (+)] om <5.AANV. REGISTRATIE> te selecteren druk op [OK].
Een onder een code voor verkort kiezen opgeslagen nummer/naam wijzigen of verwijderen Volg deze stappen als u een onder een code voor verkort kiezen opgeslagen nummer en/of naam wilt wijzigen of als u alle informatie wilt verwijderen die onder een code is opgeslagen. Volg stap 1 - 3 van “Nummers opslaan voor verkort kiezen.”...
Gebruik de numerieke toetsen om het nieuwe nummer in te voeren druk op [OK]. F A X - L 3 8 0 S V E R K O R T K I E Z E N ➞ C a n o n I T A L I A 0 3 = F A X - L 3 9 0 V E R K O R T K I E Z E N...
Pagina 68
Druk op [Start]. • Als u na het invoeren van de code voor verkort kiezen niet binnen 5 seconden op [Start] drukt, zal het apparaat automatisch met verzending beginnen. Als u niet wilt dat het apparaat automatisch met verzending begint, dient u de <TIME OUT>-instelling te wijzigen.
Groepskiezen Met groepskiezen kunt u 131 nummers (199 nummers voor het model FAX-L390) opslaan onder de snelkiestoetsen of codes voor verkort kiezen. Groepen voor groepskiezen samenstellen De nummers die u in een groep opslaat, dienen al te zijn opgeslagen onder de snelkiestoetsen of codes voor verkort kiezen.
NOTE • Elke snelkiestoets of code voor verkort kiezen kan of een naam en nummer voor snelkiezen of een groep bevatten. Let op dat u bij het samenstellen van groepen de snelkiesnummers en namen niet overschrijft. • Als u een groep wilt opslaan onder een snelkiestoets of code voor verkort kiezen waar al een nummer is opgeslagen of als u een groep opnieuw wilt invoeren, dient u eerst de oude gegevens te verwijderen.
Pagina 71
Druk tweemaal op [OK]. Als u alle nummers in de groep verwijdert, drukt u op [Wissen] om de naam te verwijderen druk op [OK]. Druk op [Stop/Reset] om terug te gaan naar de stand-bymodus. Het nummer en/of de naam wijzigen: Druk op [ (-)] of [ (+)] om het nummer dat u wilt wijzigen te selecteren druk tweemaal op [OK].
Groepskiezen gebruiken Volg de onderstaande instructies om een document naar een groep nummers te verzenden. Plaats het document in de ADF. Informatie over de typen documenten die u kunt faxen, de vereisten daarvoor en het plaatsen van documenten: zie “Voorwaarden aan documenten” op p. 6-1 en “Documenten in de ADF plaatsen” op p. 6-3. Druk op [FAX].
Kieslijst Met deze functie kunt u aan de hand van de naam van de andere partij het faxnummer kiezen. Dit is erg handig wanneer u de naam van de andere partij weet, maar vergeten bent onder welke snelkiestoets, code voor verkort kiezen of groepskiesnummer het faxnummer is opgeslagen. Druk op [FAX].
Faxen verzenden HOOFDSTUK In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u het apparaat kunt gebruiken om faxen te verzenden. Voorbereidingen voor verzending Voorwaarden aan documenten De documenten die u in het apparaat plaatst, dienen aan de volgende voorwaarden te voldoen. Wanneer u een document plaatst dat uit meerdere pagina's bestaat: Formaat: Max.: 216 ×...
Documenten die problemen veroorzaken • Om papierstoringen bij de ADF te voorkomen, dient u nooit het volgende papier in het apparaat te plaatsen: GEKREUKELD OF GEKRULD OF GESCHEURD PAPIER GEVOUWEN PAPIER O PGEROLD PAPIER CARBONPAPIER PAPIER VOORZIEN LICHT OF PAPIER MET VAN COATING DOORSCHIJNEND CARBON-ACHTERZIJDE...
Documenten in de ADF plaatsen Maak een waaier van de randen die het eerst in het apparaat worden geplaatst en lijn vervolgens met de randen van documenten met meerdere pagina's uit op een vlakke ondergrond om de stapel recht te maken.
™ Met de Ultra High Quality (UHQ )-beeldtechnologie van Canon kunt u faxen verzenden met een afdrukkwaliteit die bijna overeenkomt met die van het oorspronkelijke document. Het apparaat stelt u ook in staat om bij verzending de resolutie af te stemmen op het betreffende document.
Stel de resolutie als volgt in: Druk op [FAX]. Als het apparaat zich al in stand-bymodus voor faxen bevindt, kunt u deze stap overslaan. Druk op [Beeldkwaliteit]. Op het display wordt de huidige resolutie weergegeven. Druk herhaaldelijk op [Beeldkwaliteit] tot de gewenste resolutie verschijnt druk op [OK].
Druk herhaaldelijk op [Belichting] tot het gewenste scancontrast verschijnt druk op [OK]. R E S O L U T I E R E G E L I N G 3 1 / 1 2 2 0 0 5 Z A T 1 0 : 0 0 ➞...
Pagina 80
Kiesmethoden Er zijn diverse manieren om het nummer te kiezen waarnaar u een fax wilt verzenden: Normaal kiezen Voer het faxnummer van de ontvanger in met de numerieke toetsen. Snelkiezen Druk op de snelkiestoets (1 - 31) waaronder u het nummer hebt opgeslagen waarnaar u het document wilt verzenden.Zie hoofdstuk 5, “Snelkiezen”...
Documenten verzenden In dit gedeelte komen de verschillende manieren aan de orde waarop u met dit apparaat faxen kunt verzenden. Verzending vanuit het geheugen Om documenten zo efficiënt mogelijk te verzenden, dient u in de meeste situaties verzending vanuit het geheugen te gebruiken. Als <GEHEUGEN VOL> verschijnt, kan het apparaat geen documenten scannen.
Handmatige verzending via de handset* Gebruik handmatige verzending wanneer u eerst met de andere partij wilt praten voordat u een document verzendt of als de andere partij geen faxapparaat heeft dat automatisch faxen kan ontvangen. OPMERKING Als u met de andere partij wilt praten voordat u een document verzendt, dient u eerst een telefoon op het apparaat aan te sluiten.
De verzending annuleren Verzending vanuit het geheugen annuleren Wanneer de documenten via de ADF worden gescand Druk op [Stop/Reset]. Het scannen wordt geannuleerd. Verwijder het document uit de ADF. Informatie over het verwijderen van documenten: zie “Vastgelopen papier uit de ADF verwijderen” op p. 14-7. Nadat alle documenten zijn gescand Terwijl documenten worden verzonden, drukt u op [Stop/Reset].
Nummerherhaling Handmatige nummerherhaling Als u het laatst met de numerieke toetsen gekozen nummer opnieuw wilt kiezen, drukt u op [Nummerherhaling/Pauze]. Als u handmatige nummerherhaling wilt annuleren, drukt u op [Stop/Reset] [ (-)]. Automatische nummerherhaling bij verzending vanuit het geheugen Bij verzending vanuit het geheugen instellen dat het apparaat het nummer automatisch opnieuw kiest als het faxapparaat van de andere partij de oproep niet beantwoordt of als de lijn bezet is.
Pagina 85
Volg de onderstaande procedure om de instellingen voor automatische nummerherhaling aan te passen. Druk op [Menu]. Druk op [ (-)] of [ (+)] om <4.FAXINSTELLINGEN> te selecteren druk op [OK]. Druk op [ (-)] of [ (+)] om <3.TX INSTELLINGEN te selecteren druk op [OK].
Groepsverzending Een documenten naar meer dan één bestemming verzenden Met de functie Groepsverzending van het apparaat kunt u een fax in één keer naar maximaal 141 faxnummers (210 faxnummers voor het model FAX-L390) verzenden, waarbij als volgt gebruik wordt gemaakt van elke combinatie van methoden voor het kiezen: •...
Voer maximaal 141 bestemmingen in (210 bestemmingen voor het model FAX-L390) met een van de volgende methoden: Snelkiezen: Druk op de gewenste snelkiestoets(en). Verkort kiezen: Druk op [Verkort kiezen] voer de tweecijferige code (00-99)* in met de nummerieke toetsen. *Voer een code van drie cijfers in (000 to 168) voor het model FAX-L390. •...
Uitgestelde verzending Het apparaat stelt u in staat een document in het geheugen op te slaan en automatisch op een ingesteld tijdstip te laten verzenden. Door deze functie te gebruiken, kunt u bijvoorbeeld gebruikmaken van de lagere telefoontarieven die 's nachts worden gehanteerd. U kunt maximaal 141 bestemmingen (210 bestemmingen voor het model FAX-L390) en maximaal 20 reserveringen instellen voor uitgestelde verzending.
Pagina 89
Voer de bestemming(en) in met de volgende vier methoden. Snelkiezen: Druk op de gewenste snelkiestoets(en). Verkort kiezen: Druk op [Verkort kiezen] voer de tweecijferige code (00-99)* in met de nummerieke toetsen. *Voer een code van drie cijfers in (000 to 168) voor het model FAX-L390. •...
Faxen ontvangen HOOFDSTUK In dit hoofdstuk wordt bebeschreven hoe u het apparaat kunt gebruiken voor de ontvangst van faxen. Verschillende methoden om een fax te ontvangen Het apparaat biedt u vier verschillende methoden voor de ontvangst van faxen. Om te besluiten welke methode het meest geschikt is, dient u vast te stellen hoe u het apparaat wilt gebruiken: Ontvangstmodus Hoofdactiviteit Handeling...
De ontvangstmodus instellen Stel de ontvangstmodus van het apparaat als volgt in: Open het paneel met snelkiestoetsen druk op [Ontvangstmodus]. Het LCD toont de actieve instelling. Als u de ontvangstmodus wilt wijzigen, drukt u op [Ontvangstmodus] tot de gewenste modus wordt weergegeven druk op [OK].
Wat gebeurt er wanneer de modus FaxTel is geselecteerd Telefoon Type oproep Handmatig verzenden van Automatisch verzenden van het document het document Start van telefoonkosten Het apparaat antwoordt zonder belsignaal te geven voor beller. Het apparaat luistert of er een faxtoon is (gedurende 8 sec.) Faxtoon BEL STARTTIJD...
Druk op [ (-)] of [ (+)] om de periode in stellen waarin het apparaat een belsignaal geeft en wacht totdat iemand de handset opneemt druk tweemaal op [OK]. F / T B E L D U U R F / T S C H A K E L A C T I E ➞...
OPMERKING Canon adviseert geen antwoorddienst te gebruiken (zoals bijvoorbeeld voicemail) via de telefoonlijn waarop u het apparaat hebt aangesloten. Als u gebruik wilt maken van voicemail, dan kunt u het beste een aparte telefoonlijn voor faxcommunicatie gebruiken en die telefoonlijn op het apparaat aansluiten.
14-1. Zodra u het probleem hebt verholpen, worden de documenten die in het geheugen zijn opgeslagen automatisch afgedrukt. * Gebaseerd op de standaard Canon faxkaart nr. 1, Standaardmodus Faxen in het geheugen ontvangen wanneer zich een probleem voordoet...
Ontvangst tijdens het uitvoeren van andere taken Dankzij de multitaskingmogelijkheden van het apparaat, kan het ook faxen en spraakoproepen ontvangen terwijl u gebruikersgegevens invoert, kopieën maakt of documenten afdrukt. Als u tijdens het kopiëren of afdrukken een fax ontvangt, zal het apparaat de inkomende fax in het geheugen opslaan.
• Als de andere partij een Canon-faxapparaat gebruikt dat over de functie voor polling-ID beschikt, vraag dan of ze de polling-ID van hun faxapparaat willen instellen op 255 (1111 1111 binair). Voor meer informatie over de polling-ID, raadpleegt u de handleiding van het faxapparaat van de andere partij.
Polling van andere faxapparaten om documenten te ontvangen Met de pollingfunctie van dit apparaat kunt u bij een ander faxapparaat een document op te vragen. De afzender hoeft alleen te zorgen dat het document zich op zijn faxapparaat bevindt en gereed is voor verzending: wanneer de polling wordt uitgevoerd, wordt het document automatisch verzonden.
Verzending via polling instellen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u uw faxapparaat kunt instellen voor het opslaan van een document tot dit document door een ander faxapparaat wordt opgevraagd. Een pollingpostbus instellen Voordat u pollingverzending kunt gebruiken, dient u eerst een pollingpostbus te maken met de functie <POLLING BUS>...
OPMERKING • Met dit wachtwoord beschermt u de instellingen van uw pollingpostbus tegen toegang door onbevoegden. Als u deze instellingen later wilt wijzigen, dient u eerst dit wachtwoord in te voeren. • Informatie over het invoeren en verwijderen van nummers: zie “Nummers, letters en symbolen invoeren” op p. 3-1. Druk op [ (-)] of [ (+)] om <3.WISSEN NA TX>...
De instellingen van de pollingpostbus wijzigen Volg deze procedure om de instellingen van een pollingpostbus te wijzigen. Druk op [Menu]. Druk op [ (-)] of [ (+)] om <4.FAXINSTELLINGEN> te kiezen druk op [OK]. Druk op [ (-)] of [ (+)] om <6.POLLING BUS> te kiezen druk op [OK].
Een pollingpostbus verwijderen Volg deze procedure om een pollingpostbus te annuleren. OPMERKING U kunt geen pollingpostbus annuleren waar nog een document aanwezig is voor verzending. Druk op [Menu]. Druk op [ (-)] of [ (+)] om <4.FAXINSTELLINGEN> te selecteren druk op [OK]. Druk op [ (-)] of [ (+)] om <6.POLLING BUS>...
Beperkt gebruik van het apparaat HOOFDSTUK In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u het apparaat kunt beschermen tegen onbevoegde toegang. Met sommige van deze functies kunt u ook bijhouden hoeveel er wordt gefaxt of gekopieerd (afgedrukt) op basis van divisienummers die u kunt toewijzen aan verschillende personen of afdelingen in uw bedrijf. De ID en het wachtwoord van de systeembeheerder instellen en gebruiken.
De ID en het wachtwoord van de systeembeheerder instellen Volg deze procedure voor het instellen van de ID en het wachtwoord voor de systeembeheerder. Druk op [Menu]. Druk op [ (-)] of [ (+)] tot <8.SYSTEEMINSTEL.> verschijnt druk driemaal op [OK]. Voer een systeembeheerders-ID van maximaal zeven cijfers (van 1 tot 9999999) in met de numerieke toetsen druk op [OK].
Pagina 105
Voer het huidige wachtwoord van de systeembeheerder in met de numerieke toetsen druk driemaal op [OK]. Het wachtword dat u invoert, wordt getoond met sterretjes. S Y S T E E M I N S T E L . S Y S T . A D M I N . I D P A S S W O R D 1 2 3 4 5 6 7 Het huidige wachtwoord wordt getoond.
De apparaatwerking beperken (Afdeling ID beheer) In dit gedeelte wordt beschreven hoe de werking van het apparaat kan worden beperkt. Door voor elke afdeling een afdelings-ID en een wachtwoord op te geven, kunt u het apparaat zo instellen dat de functies alleen kunnen worden gebruikt wanneer het juiste wachtwood wordt opgegeven.
Pagina 107
Wanneer <PASSWORD> verschijnt, voert u het systeembeheerderswachtwoord in met de numerieke toetsen druk op [OK]. S Y S T E E M I N S T E L . P A S S W O R D Druk op [ (-)] of [ (+)] tot <2.AFD. ID BEHEER> verschijnt druk op [OK].
Pagina 108
Als u de verzendlimieten wilt instellen, drukt u op [ (-)] of [ (+)] tot <3. TX LIMIETEN> verschijnt druk op [OK]. Voer het maximumaantal pagina's in dat door de geregistreerde afdeling kan worden verzonden met de numerieke toetsen druk op [OK]. T X L I M I E T E N 1 0 0 0 0 0 OPMERKING...
Beperkingen in- of uitschakelen Volg de onderstaande procedure om beperkingen voor afdrukken, kopiëren en verzenden tijdelijk in- en uit te schakelen zonder de instellingen voor afdelings-ID-beheer te wijzigen. Druk op [Menu]. Druk op [ (-)] of [ (+)] tot <8.SYSTEEMINSTEL.> verschijnt druk op [OK].
Het apparaat gebruiken met actieve beperkingen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u het apparaat kunt gebruiken terwijl de beperkingsfuncties zijn ingeschakeld. Wanneer u <VOER AFD. CODE IN > ziet wanneer het apparaat in stand-bymodus is, zijn de beperking ingeschakeld. Voer de afdelings-ID in met de numerieke toetsen druk op [OK].
De tellerinformatie controleren en wissen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de tellerinformatie voor elke afdeling kunt controleren en wissen. Druk op [Menu]. Druk op [ (-)] of [ (+)] tot <8.SYSTEEMINSTEL.> verschijnt druk op [OK]. Wanneer <PASSWORD> verschijnt, voert u het systeembeheerderswachtwoord in met de numerieke toetsen druk op [OK].
Pagina 112
OPMERKING Als u geen verzendlimiet hebt ingesteld, wordt er niets getoond bij de limiet.(Zie “Werkingsbeperkingen instellen” op p. 9-4.) Druk op [ (-)] of [ (+)] om de afdelings-ID's langs te lopen. Om de teller te resetten, drukt u tweemaal op [Menu] druk op [ (-)] of [ (+)] tot <2.TELLER RESET>...
Speciale functies HOOFDSTUK In dit hoofdstuk komen de speciale functies van het apparaat aan de orde. Speciale methoden voor kiezen Dit gedeelte bevat een toelichting op de speciale kiesfuncties, zoals het kiezen via een telefooncentrale binnen een bedrijf of kantoor en het kiezen van internationale nummers. Kiezen via een huistelefooncentrale Een PBX (Private Branch Exchange) is een telefooncentrale die zich in uw bedrijf of kantoor bevindt.
Druk op [ (-)] of [ (+)] om <PBX> te selecteren druk op [OK]. R - T O E T S F U N C T I E P B X ➞ P B X O N D E R B R E K E N Druk op [ (-)] of [ (+)] om het juiste type telefooncentrale te selecteren...
Als u in het nummer een pauze wilt invoeren, drukt u op [Nummerherhaling/Pauze]. • Om aan het einde van een nummer een pauze in te voeren, drukt u op [Nummerherhaling/Pauze] druk op [OK]. • Een pauze in een nummer (p) duurt 4 seconden. •...
Beperkt gebruik van het apparaat Als u niet wilt dat onbevoegden de fax- of telefoonfuncties van het apparaat gebruiken, schakelt u de functie <TELEFOONSLOT> in. Oproepen zijn nu beperkt wanneer u daarvoor de handset of [Haak] probeert te gebruiken. Beperkt gebruik van het apparaat inschakelen Volg deze procedure om het gebruik van het apparaat te beperken.
Beperkt gebruik van het apparaat annuleren Volg deze procedure om het beperkt gebruik van het apparaat te annuleren. Volg stap 1 - 4 van “Beperkt gebruik van het apparaat inschakelen” op p. 10-4. Druk op [ (-)] of [ (+)] om <UIT> te selecteren druk op [OK].
Geheugenslot gebruiken Normaal gesproken wordt een document meteen afgedrukt als u het ontvangt. Er kunnen echter omstandigheden zijn waarin u wilt dat het apparaat alle documenten in het geheugen opslaat voordat u ze afdrukt. Het vergrendelen van het apparaat om alle documenten in het geheugen op te slaan, wordt geheugenslot genoemd.
Het menu RX GEH. BEVEIL. bevat de volgende opties: Instelling Beschrijving 1.PASSWORD 0 tot 9999999 Met dit wachtwoord worden de geheugenslotinstellingen beschermd. Hetis raadzaam een wachtwoord voor het geheugenslot in te stellen. U dient dit wachtwoord te gebruiken om het geheugen te openen zodat u de documenten die hierin zijn opgeslagen kunt afdrukken.
Pagina 120
Kopiëren HOOFDSTUK In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u met het apparaat kopieën kunt maken. Kopiëren Eén van de gemakkelijke functies van het apparaat is de mogelijkheid om van een document 99 kopieën van hoge kwaliteit te maken. Volg de onderstaande procedure om kopieën te maken: Plaats het document in de ADF.
(+)] om het juiste papierformaat te kiezen (A4, B5*, A5*, LTR, EXECUTIV of ENVELOP* voor de cassette, A4, B5, A5, LTR, LGL, EXECUTIV, ENVELOP of VRIJFOR voor de MP-invoer) druk op [OK]. *Alleen voor het model FAX-L380S. Wanneer <ENVELOP> is geselecteerd: Druk op [...
Wanneer <VRIJFORM> is geselecteerd: Druk op [ (-)] of [ (+)] <VERTICAAL FORM.> of <HORIZONTAAL FORM.> te selecteren druk op [OK]. Gebruik de numerieke toetsen of druk op [ (-)] of [ (+)] om de verticale en horizontale afmetingen van het papier in millimeters (mm) op te geven.
Vergroten/Verkleinen instellen U kunt de kopie met vaste zoompercentages vergroten of verkleinen of zelf een zoompercentage aangeven. Vergroten/Verkleinen met vaste zoompercentages Druk op [COPY]. Als het apparaat zich al in de stand-bymodus voor kopiëren bevindt, kunt u deze stap overslaan. Druk op [Vergroten/Verkleinen].
Vergroten/Verkleinen met aangepaste zoompercentages Druk op [COPY]. Als het apparaat zich al in de stand-bymodus voor kopiëren bevindt, kunt u deze stap overslaan. Druk tweemaal op [Vergroten/Verkleinen]. Z O O M 5 0 - 2 0 0 % 1 0 0 % Gebruik de numerieke toetsen om het zoompercentage in te voeren druk op [OK].
De kwaliteit van de kopie verbeteren De beeldkwaliteit (resolutie) aanpassen U kunt voor een document met tekst of foto's de beeldkwaliteit selecteren die het meest geschikt is. Voor het aanpassen van de beeldkwaliteit hebt u de keuze uit 3 instellingen. Druk op [COPY].
Handmatig aanpassen Druk op [COPY]. Als het apparaat zich al in de stand-bymodus voor kopiëren bevindt, kunt u deze stap overslaan. Druk tweemaal op [Belichting] om de modus Handmatig te selecteren. Druk op [ (-)] of [ (+)] om de belichting van de kopie in te stellen druk op [OK].
Speciale functies Het apparaat kan kopieën sorteren en kopieeropdrachten reserveren. Kopieën sorteren Met de functie voor het sorteren van kopieën kunt u kopieën op paginanummer sorteren. Dit is handig wanneer u verschillende kopieën maakt van documenten met meerdere pagina's. Om deze functie te kunnen gebruiken, dient u <AUTOM.
Kopie reserveren Met deze functie kunt u de volgende opdracht reserveren terwijl het apparaat bezig is met het afdrukken van de huidige opdracht. Plaats het te reserveren document in de ADF. Informatie over het laden van documenten: zie “Documenten in de ADF plaatsen” op p. 6-3. Gebruik de numerieke toetsen om het aantal kopieën in te voeren.
De door u gereserveerde opdracht bevestigen Druk tijdens het afdrukken op [Stop/Reset]. S E L . T E A N N U L . O P D R . 0 0 4 4 0 2 3 0 D O C U M E N T N R . K O P I E N R .
Systeemmonitor HOOFDSTUK De status van kopieer-, fax-, afdruk- en rapportageopdrachten controleren Gebruik [Systeemmonitor] om de opdrachten te bevestigen en te verwijderen. Wanneer [Systeemmonitor] wordt gebruikt, worden op het display de opdrachten in elke modus in de onderstaande volgorde weergegeven. In kopieermodus, In faxmodus, - KOPIEERSTATUS - FAX MONITOR...
Verzendresultaten en verzendreservering bevestigen Volg de onderstaande procedure om de resultaten van een verzending of ontvangst en van een verzendreservering (automatische nummerherhaling en uitgestelde verzending) te bevestigen. Druk op [Systeemmonitor] tot <FAX MONITOR> wordt weergegeven. Druk op [ (-)] of [ (+)] om <2.TX/RX RESULT> te selecteren druk op [OK].
Een kopieeropdracht bevestigen en verwijderen Druk op [Systeemmonitor] tot <KOPIEERSTATUS> wordt weergegeven. OPMERKING Als er geen opdracht is, wordt <GEEN KOP.OPDR. AANW.> weergegeven. Druk op [ (-)] of [ (+)] om het opdrachtnummer en het aantal kopieën te bevestigen. K O P I E E R S T A T U S 0 0 0 3 0 3 0 2 Druk op [OK] wanneer u de kopieeropdracht wilt verwijderen.
Als u besluit de afdrukopdracht te verwijderen, drukt u op [ (-)] voor <JA>. OPMERKING • Om het verwijderen van de opdracht te annuleren, drukt u op [ (+)] voor <NEE>. Wanneer de opdracht eenmaal is verwijderd, kan deze niet meer worden hersteld. •...
Rapporten en lijsten HOOFDSTUK In dit hoofdstuk komt aan de orde hoe u rapporten en lijsten kunt afdrukken. Activiteitenrapport Het activiteitenrapport wordt automatisch na 20 transacties door het apparaat afgedrukt. Dit rapport bevat alle gegevens van de documenten die u hebt verzonden of ontvangen, zodat u een overzicht hebt van de transacties die het apparaat heeft uitgevoerd.
Afdelings-ID-rapport Als u Afdeling ID beheer hebt geactiveerd en de activiteitsrapportagefunctie hebt ingeschakeld, worden transacties vermeld in het afdelings-ID-rapport dat hieronder wordt getoond. (Zie hoofdstuk 9, “Beperkt gebruik van het apparaat.”) 3 1 / 1 2 2 0 0 5 0 9 : 5 8 FA X 1 2 3 x x x x W O R L D E S TAT E , I N C .
Verzendrapporten (TX) Het apparaat zal gewoonlijk alleen een rapport afdrukken wanneer zich bij de verzending een storing heeft voorgedaan (FOUT TX RAPPORT). U kunt echter ook instellen dat een rapport wordt afgedrukt nadat een document is verzonden (TX RAPPORT). Verzendt u een document via het geheugen, dan kunt u aangeven of met het rapport ook de eerste pagina van het document dient te worden afgedrukt.
Pagina 137
TX Rapport 3 1 / 1 2 2 0 0 5 0 9 : 4 9 FA X 1 2 3 x x x x WORLD ESTATE,INC. TX RAPPORT VERZENDING OK TX/RX NR 0006 AFD. ID 0001111 TEL. AANSLUITING 20 545 8545 ID AANSLUITING JOHN BARRISTER ST.
Ontvangstrapport (RX) Het apparaat zal gewoonlijk geen ontvangstrapport (RX Rapport) afdrukken tenzij u dit instelt. U kunt instellen dat na elke ontvangst van een document een ontvangstrapport wordt afgedrukt of alleen als zich bij de ontvangst een storing heeft voorgedaan. Zie p. 16-8 voor informatie over het instellen van deze optie.
Pagina 139
Geheugenwisrapport Als zich een probleem voordoet met de stroomvoorziening, dan zullen alle in het geheugen opgeslagen documenten gedurende ca. 1 uur bewaard blijven. Is de stroomvoorziening niet binnen 1 uur hersteld, dan gaan de in het geheugen opgeslagen documenten verloren. Is deze periode verstreken voordat de stroomvoorziening is hersteld, dan zal het apparaat na herstel van de stroomvoorziening automatisch een lijst afdrukken met daarop de documenten die verwijderd zijn als gevolg van de stroomstoring.
Lijsten met snelkiesnummers Uw apparat kan lijsten met snelkiesnummers afdrukken. Aan de hand van deze lijsten kunt u de nummers en namen controleren die zijn opgeslagen onder de snelkiestoetsen en codes voor verkort kiezen (inclusief de nummers voor groepskiezen). Volg deze procedure om de lijsten af te drukken. Druk op [Menu].
Lijst met gebruikersgegevens U kunt een lijst afdrukken met alle gegevens die in het apparaat zijn opgeslagen. Deze lijst is handig als u wilt zien welke gebruikersgegevens u hebt ingevoerd (zoals uw naam en nummer, de datum en tijd) en welke instellingen op dat moment zijn geselecteerd. Volg deze procedure om de lijst met gebruikersgegevens af te drukken.
Pagina 145
OPMERKING Wanneer u een ID en wachtwoord voor de systeembeheerder instelt, worden de systeembeheerder-ID's en de Afdeling ID beheer-instelling afgedrukt op de gebruikersgegevenslijst. 31/12 2005 13:36 FAX 123xxxx WORLD ESTATE,INC. ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉...
Pagina 146
Afdelingsinformatielijst Als u Afdeling ID beheer instelt, kunt u het aantal afgedrukte en verzonden documenten controleren door de afdelingsinformatielijst af te drukken. Druk op [Menu]. Druk op [ (-)] of [ (+)] om <9.LIJSTEN AFDRUKKEN > te selecteren druk op [OK]. Druk op [ (-)] of [ (+)] <3.AFD .
Pagina 147
❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ ❉ TX/RX NR MODUS TEL/ID AANSLUITING PAG. ST. TIJD IN ST. TIJD 0046 UITGESTELDE TX 01] Canon TOKYO 31/12 10:07 23:30 0047 VERZENDEN 02] Canon ITALIA 31/12 10:26 13-14 Documentgeheugenlijst...
Rapporten afdrukken annuleren U kunt het afdrukken van rapporten annuleren met de optie ANNULEER RAPPORT in het menu RAPPORT. Druk op [Menu]. Druk op [ (-)] of [ (+)] om <9.LIJSTEN AFDRUKKEN> te selecteren druk op [OK]. Druk op [ (-)] of [ (+)] om <4.ANNULEER RAPPORT> te selecteren druk op [OK].
Problemen oplossen HOOFDSTUK In dit hoofdstuk worden de problemen beschreven die zich kunnen voordoen bij het gebruik van het apparaat en er wordt uitgelegd hoe u deze problemen kunt oplossen. In het hoofdstuk komt ook aan de orde wat u moet doen als u het probleem niet zelf kunt oplossen.
Pagina 150
Open de klep van de printer. Wanneer er zich nog papier in de cassette of op het uitvoerblad bevindt, verwijdert u dit eerst. Verwijder de cartridge. BELANGRIJK • Voordat u de binnenkant van het apparaat aanraakt, dient u horloges, armbanden of ringen af te doen. Deze kunnen beschadigd raken als ze in contact komen met de onderdelen in het apparaat.
Pagina 151
Open de achterklep en druk de groene papierhendels aan weerszijden van de papieruitvoer naar beneden. Pak het vastgelopen papier aan beide kanten vast, beweeg het papier voorzichtig naar binnen en trek het daarna langzaam naar buiten. Rol de invoerkant van het papier naar buiten zodat het bedrukte oppervlak zich aan de binnenkant van de rol bevindt en trek het opgerolde papier voorzichtig uit het apparaat.
Pagina 152
Trek het papier naar voren en rol het naar binnen wanneer de invoerrand van het papier zichtbaar is maar zich nog niet in het beeldgebied bevindt. Dit gebied is gemarkeerd met een geel etiket. Als de invoerrand zich reeds in het beeldgebied bevindt, trek dan voorzichtig aan het papier bij de uitvoerrollen waar de bedrukte zijde naar boven wijst totdat de papierrand zichtbaar wordt.
Pagina 153
Trek voorzichtig aan het vastgelopen papier tussen de uitvoerrollen totdat de invoerrand uit het apparaat komt. Trek het vastgelopen papier voorzichtig in een rechte lijn uit de rollen. Als het vastgelopen papier is gevouwen, zoals vouwen in een accordeon, strijk het dan enigszins glad en trek het vervolgens voorzichtig uit het apparaat.
Pagina 154
Schuif de cartridge terug in het apparaat en sluit daarna de klep van de printer. Voor meer informatie: zie “De tonercartridge plaatsen of vervangen” op p. 2-18. BELANGRIJK Nadat u de cartridge hebt vervangen en de klep van de printer hebt gesloten, is het apparaat in principe gereed voor gebruik.
Vastgelopen papier uit de ADF verwijderen Wanneer het document in de ADF vastloopt, wordt de melding <CONTROLEER DOCUMENT> weergegeven op het display. Schuif de papiergeleiders naar de maximale stand en verwijder het papier zodanig dat het niet door de geleiders wordt vastgehouden. Open de ADF en verwijder het vastgelopen papier voorzichtig uit de ADF. OPMERKING Nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd, dient u van het document een rechte stapel te maken voordat u het opnieuw in de ADF plaatst.
Meldingen op het display De volgende meldingen worden op het display weergegeven wanneer een functie wordt uitgevoerd of een fout wordt vastgesteld. Melding Oorzaak Actie AFDRUKPAPIER STORING Er is een papierstoring opgetreden. Verwijder het vastgelopen papier (Zie pagina's 14-1 t/m 14-7) en plaats papier in de cassette of de MP-invoer.
Pagina 157
Melding Oorzaak Actie GEHEUGEN VOL Het geheugen is vol omdat kopieën sorteren Splits het document op in kleinere delen was ingesteld toen een groot document werd en kopieer elk deel apart. geplaatst. NIET GEREGISTR. De snelkiestoets of de code voor verkort Sla de snelkiestoets of de code voor kiezen die u hebt ingevoerd is niet in het verkort kiezen op in het geheugen.
Pagina 158
Melding Oorzaak Actie VERW. PAP. V. PTAFEL Er bevindt zich papier in de MP-invoer terwijl Verwijder het papier uit de MP-invoer. Als het apparaat een fax ontvangt of een rapport of het apparaat een fax ontvangt wanneer lijst afdrukt. zich papier in de MP-invoer bevindt, wordt het ontvangen document in het geheugen opgeslagen.
Foutcodes Fouten worden als foutcodes in de rapporten opgenomen, aangezien er in het rapport onvoldoende ruimte is om een gedetailleerde omschrijving af te drukken. Als er fouten in de rapporten zijn opgenomen, noteer dan de foutcode en zoek deze op in onderstaande tabel. In de tabel vindt u informatie over de mogelijke oorzaken van de fout en hoe u de fout kunt oplossen.
Problemen met de papierinvoer Het papier wordt niet goed ingevoerd. Bevat de cassette of MP-invoer de juiste hoeveelheid papier? Controleer of de papierstapel in de cassette of het papier in de MP-invoer de maximumcapaciteit van de cassette of MP-invoer niet te boven gaat. (Zie “Papier plaatsen” op p. 4-3.) Is het papier goed geplaatst? Zorg dat de papierstapel in de cassette of het papier in de MP-invoer goed is geplaatst en dat de papiergeleiders goed zijn ingesteld.
Pagina 161
(Zie “Papier plaatsen” op p. 4-3.) Is het juiste transparant in de MP-invoer geplaatst? Gebruik geen transparanten die zijn ontworpen voor kleurenkopieerapparaten. Deze veroorzaken papierstoringen. Gebruik door Canon aanbevolen transparanten. *Alleen voor de FAX-L380S Ingevoerd papier is omgekruld.
Pagina 162
Plaats de aanbevolen enveloppen (COM10, MONARCH, DL of ISO-C5) in de cassette* of MP-invoer. (Zie “Enveloppen in de cassette plaatsen” op p. 4-5 of “Een envelop in de MP-invoer plaatsen” op p. 4-9.) *Alleen voor het model FAX-L380S. 14-14 Problemen met de papierinvoer...
Problemen bij het faxen Problemen bij het verzenden U kunt geen fax verzenden. Is het apparaat oververhit? Haal de stekker uit het stopcontact en laat het apparaat gedurende 3 tot 5 minuten afkoelen. Plaats de stekker weer in het stopcontact en probeer de fax opnieuw te verzenden. Hebt u het netsnoer zojuist op het apparaat aangesloten? Wacht even.
Pagina 164
Heeft zich tijdens verzending een storing voorgedaan? Druk een activiteitenrapport af en controleer of er zich een storing heeft voorgedaan. (Zie “Activiteitenrapport” op p. 13-1.) Werkt de telefoonlijn goed? Controleer of u een kiestoon hoort wanneer u de handset van de telefoon opneemt die op het apparaat is aangesloten.
U kunt niets verzenden via ECM (Foutcorrectiemodus). Ondersteunt het ontvangende faxapparaat ECM? Als het ontvangende faxapparaat geen ECM ondersteunt, wordt het document gewoon verzonden zonder dat op fouten wordt gecontroleerd. Er doen zich regelmatig storingen voor bij het verzenden van faxen. Werken de telefoonlijnen goed? Of hebt u een goede verbinding? Verlaag de verzendsnelheid.
Pagina 166
Het apparaat schakelt niet automatisch tussen spraakoproepen en ontvangst van faxen. Is het apparaat ingesteld voor automatisch schakelen tussen telefoongesprekken en faxen? Om het apparaat automatisch te laten omschakelen, dient de ontvangstmodus te zijn ingesteld op <Antw.>. (Zie hoofdstuk 7, “Faxen ontvangen.”) Controleer of het antwoordapparaat goed op het apparaat is aangesloten en dat het antwoordapparaat is ingeschakeld en voorzien van het juiste uitgaande bericht.
Pagina 167
Is er nog toner aanwezig in de cartridge? Vervang de cartridge door een nieuw exemplaar. Voor meer informatie: zie “De tonercartridge plaatsen of vervangen” op p. 2-18. Selecteer <CONT. AFDRUKKEN> bij <TONER BIJVULLEN> onder <FAXINSTELLINGEN> in het menu. Met deze instelling slaat het apparaat geen documenten op in het geheugen, ook niet als de toner op is.
Problemen bij telefoneren U kunt geen nummers kiezen. Is de telefoonlijn goed aangesloten? Controleer of alle verbindingen goed zijn. (Zie “Het telefoonsnoer aansluiten” op p. 2-8.) Is het apparaat ingesteld voor het juiste type telefoonlijn (puls/toon)? Controleer of het apparaat is ingesteld voor het juiste type telefoonlijn. (Zie “Het type telefoonlijn instellen”...
Problemen bij het kopiëren Het apparaat maakt geen kopie. Is de cartridge goed geplaatst? Controleer of de cartridge goed is geplaatst. (Zie “De tonercartridge plaatsen of vervangen” op p. 2-18.) Is de afdichtingstape van de cartridge verwijderd? Verwijder de afdichtingstape van de cartridge. (Zie “De tonercartridge plaatsen of vervangen” op p.
Problemen met de afdrukkwaliteit De afdrukkwaliteit is niet wat u verwacht; de afdruk is niet duidelijk, vertoont witte vegen en er ontbreken beeldpunten. Voldoen het papierformaat, de papierdikte en het type papier aan de voorwaarden voor gebruik in dit apparaat? Controleer of het papier dat u gebruikt binnen de specificaties van het apparaat valt.
Pagina 171
Is het apparaat op de juiste plaats geïnstalleerd? Installeer het apparaat op een geschikte plaats. (Zie “Een plaats voor het apparaat kiezen” op p. 2-1.) Kopieën zijn te donker of te licht. Is de belichting goed ingesteld? Stel de juiste belichting in met [Belichting]. (Zie “De belichting (contrast) aanpassen” op p. 11-6.) Is de tonerbesparingsmodus ingeschakeld? Stel <TONERBESPARING>...
Als het probleem is opgelost, gaat de alarmindicator uit en keert het display terug naar de stand-bymodus. Als de alarmindicator blijft knipperen, haal dan direct de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw Canon-dealer of de Canon-helpdesk. De afdruk komt niet overeen met het papierformaat.
Pagina 173
Als u het apparaat zelf probeert te repareren, vervalt uw aanspraak op garantie. Voordat u contact opneemt met uw Canon-dealer of met de Canon-helpdesk, zorg er dan voor dat u de volgende informatie over het apparaat bij de hand hebt: •...
Het apparaat onderhouden HOOFDSTUK Voor het apparaat is geen ander onderhoud nodig dan periodieke reiniging en wanneer nodig het vervangen van de tonercartridge. Het apparaat reinigen Reinig het apparaat regelmatig om dit in goede staat te houden. OPMERKING Tref de volgende voorzorgsmaatregelen wanneer u het apparaat gaat reinigen: - Wanneer u de behuizing of de glasplaat gaat reinigen, dient u eerst het netsnoer los te koppelen.
De behuizing van het apparaat reinigen Koppel het netsnoer los. Veeg de behuizing van het apparaat af met een schone, zachte, niet-pluizende doek die vochtig is gemaakt met water of een neutraal reinigingsmiddel. LET OP Gebruik geen thinner, benzeen, alcohol of andere organische oplosmiddelen om het apparaat te reinigen.
Pagina 176
Koppel het netsnoer los. Open het bedieningspaneel door dit voorzichtig omhoog te trekken. Reinig de glasplaat en de rollen (gearceerde vlakken) met een zachte, droge en schone doek. • Als de glasplaat en de rol zijn verontreinigd, dan zullen op de documenten die u verzendt of afdrukt ook vlekken en strepen verschijnen.
Pagina 177
Als u gereed bent, sluit u het bedieningspaneel door het vanuit het midden omlaag te drukken. OPMERKING Controleer of u een klik hoort bij het sluiten van het bedieningspaneel. Anders zal het apparaat niet goed functioneren. Sluit het netsnoer weer aan. 15-4 Het apparaat reinigen...
Het apparaat verplaatsen Zorg dat u het netsnoer loskoppelt voordat u het apparaat verplaatst. Als het apparaat wordt blootgesteld aan trillingen (bijvoorbeeld bij transport over grote afstanden), dient u de volgende voorzorgsmaatregelen te nemen. Als u deze voorzorgsmaatregelen niet neemt, kan het apparaat beschadigd raken of de kwaliteit van uw afdrukken negatief worden beïnvloed.
Het menusysteem HOOFDSTUK Het menu stelt u in staat diverse instellingen op te geven of op te slaan. In dit hoofdstuk wordt de procedure voor toegang tot de menu's en de inhoud ervan beschreven. Toegang tot het menu Druk op [Menu]. Druk op [ (-)] of [ (+)] om het menu te kiezen dat u wilt wijzigen druk op [OK].
Beschrijving 1.CASSETTE 1.PAPIERFORM. Hiermee stelt u het papierformaat voor de papiercassette in. FAX-L380S: A4, B5, A5, LTR, EXECUTIV, ENVELOP (u kunt kiezen uit US COMM. 10, MONARCH, EUROPEES DL en ISO-C5.) FAX-L390: A4, LTR 2.TYPE PAPIER Hiermee stelt u het type papier in dat in de papiercassette wordt gebruikt.
Pagina 181
2. STANDAARDINSTELLINGEN Naam Beschrijving 1.STANDAARD INSTEL. Hiermee selecteert u welke modus op het display verschijnt wanneer het netsnoer wordt aangesloten of de functie AUTOM. RESET wordt geactiveerd. KOPIËREN De kopieermodus is geselecteerd. De faxmodus is geselecteerd. 2.SCH. NA AUTO WIS. Hiermee selecteert u of het apparaat overschakelt naar de modus die u bij <STANDAARD INSTEL.>...
Pagina 182
Naam Beschrijving 4.RX GEREED SIGNAAL Hiermee past u het volume van het signaal aan dat klinkt wanneer het apparaat gereed is met het verzenden van faxen. 1 - 3 ALLEEN FOUT 1 - 3 Het volume is uitgeschakeld. 5.AFDR.GEREED SIGN. Hiermee past u het volume van het signaal aan dat klinkt wanneer het apparaat gereed is met het afdrukken.
Pagina 183
3. KOPIEERINSTELLINGEN Naam Beschrijving 1.STD. BEELDKWAL. Hiermee selecteert u het type document. TEKSTORIGINEEL: Tekenmodus TEKST/FOTO* : Tekst-/fotomodus FOTO* : Fotomodus 2.STAND. BELICHTING Hiermee selecteert u de modus Auto of Handmatig voor de belichtingsinstelling. AUTO* De belichting wordt automatisch aangepast. HANDMATIG De belichting wordt handmatig aangepast.
Pagina 184
4. FAXINSTELLINGEN Naam Beschrijving 1.GEBRUIKERSINSTEL. Hiermee wijzigt u de basisinstellingen in de faxmodus. 1.TEL. LIJN INST. Geeft de instellingen voor de telefoonlijn op. 1.GEBR. TEL. # Uw telefoonnummer en faxnummer kunnen worden opgeslagen. De maximale lengte bedraagt 20 cijfers, inclusief spaties. 2.TYPE TEL.LIJN Hiermee selecteert u het type telefoonlijn.
Pagina 185
Naam Beschrijving 4.RESOLUTIEREGELING Hiermee past u het scancontrast aan. 1.LICHT Instellen voor donkere documenten. (3) 2.STANDAARD Voor standaarddocumenten. (5) 3.DONKER Voor lichte documenten. (7) 5.HOORN VAN HAAK Hiermee schakelt u het alarm in of uit waarmee u wordt gewaarschuwd als de handset niet op de houder ligt.
Pagina 186
Naam Beschrijving WEL AFDRUKKEN Er wordt na elk verzonden document een rapport afgedrukt. TX KOPIE Hiermee schakelt u het onder het rapport afdrukken van de eerste pagina van de fax in of uit. De eerste pagina wordt afgedrukt. Er wordt geen eerste pagina afgedrukt. 2.RX RAPPORT Hiermee schakelt u het automatisch afdrukken van een ontvangstrapport in of uit.
Pagina 187
Naam Beschrijving 3.AUT. NUM. HERH. Hiermee stelt u in of automatische nummerherhaling wordt uitgevoerd wanneer de andere lijn bezet is of niet reageert. Hiermee past u de nummerherhaling aan. 1.AANTAL NUM.HERH. Hiermee stelt u het aantal pogingen in. 01 - 10 KEER (02 KEER) 2.INTERVAL NUM.HERH Hiermee stelt u de periode tussen de herhalingen in.
Pagina 188
Naam Beschrijving 2.F/T BELDUUR Hiermee stelt u de duur in van de periode waarin het apparaat een belsignaal geeft om u te waarschuwen voor een inkomende oproep. 010 - 060 SEC (022 SEC) 3.F/T SCHAKELACTIE Hiermee selecteert u de actie die plaatsvindt nadat de F/T BELDUUR is verstreken.
Pagina 189
Naam Beschrijving 5.RX OP AFSTAND Hiermee schakelt u ontvangst op afstand in of uit. Het apparaat is ingesteld voor ontvangst op afstand. CODE RX OP AFST. U kunt op het aangesloten telefoontoestel de kiescode bellen om de ontvangst van een document te starten.
Pagina 190
Naam Beschrijving 6.POLLING BUS Hiermee stelt u de functies van SETUP FILE, WIJZIG GEGEVENS en BESTAND WISSEN 1.SETUP FILE Hiermee slaat u een pollingpostbus op. 1.BESTANDSNAAM Hiermee voert u een naam voor de polling postbus in (max. 24 tekens, inclusief spaties). 2.PASSWORD Hiermee voert u een wachtwoord in om de instellingen van de pollingpostbus te...
Pagina 191
Naam Beschrijving NIET AFDRUKKEN Er worden geen rapporten afgedrukt terwijl het geheugenslot actief is. WEL AFDRUKKEN Er worden rapporten afgedrukt terwijl het geheugenslot actief is. 2.THUISFAX INST. Hiermee stelt u de functies voor THUISFAX INST. in. 1.RESOLUTIE Hiermee stelt u de faxresolutie in. De resolutie die met [Beeldkwaliteit] is ingesteld, blijft van kracht nadat de functie AUTOM.
Pagina 192
5. AANV. REGISTRATIE Naam Beschrijving 1.1-SNELKIEZEN Hiermee slaat u de informatie voor snelkiezen U kunt maximaal 31 bestemmingen opslaan. 1-SNELKIEZEN Hiermee selecteert u een snelkiestoets. 1.TELEFOONNUMMER Hiermee slaat u het telefoonnummer van de andere partij op (max. 120 cijfers, inclusief spaties).
Pagina 193
Naam Beschrijving Het automatisch overslaan van een fout is ingeschakeld. De fout wordt genegeerd en het apparaat gaat naar de volgende opdracht zonder een foutmelding te geven. Het automatisch overslaan van een fout uitgeschakeld. Sla fout over en ga handmatig naar de volgende opdracht.
Pagina 194
Naam Beschrijving 5.ZOMERTIJD Hiermee stelt u de zomertijd in. De zomertijdinstelling is uitgeschakeld. De zomertijdinstelling is ingeschakeld. 1.BEGINDATUM/TIJD Hiermee stelt u de MAAND, WEEK, DAG en de TIJD in waarop de zomertijd ingaat. 2.EINDDATUM/TIJD Hiermee stelt u de MAAND, WEEK, DAG en de TIJD in waarop de zomertijd eindigt.
Pagina 195
Naam Beschrijving 1.AFD. ID INVOER Hiermee stelt u het afdelings-ID-nummer (00 - 99) en de afdelings-ID (1 - 9999999) in. U kunt de afdelings-ID en het wachtwoord niet op 0 instellen. 1.PASSWORD 1-9999999 2.KOPIEERLIMIETEN 0-999999 3.TX LIMIETEN 0-999999 2.TELLERBEHEER 1.TELLERINFORMATIE Hiermee geeft u de tellerinformatie voor elke afdeling weer.
9. LIJSTEN AFDRUKKEN Naam Beschrijving 1.GEBR. GEGEVENS Hiermee drukt u een lijst af met de items die in het menu zijn ingesteld of opgeslagen. 2.SNELKIESLIJST Hiermee drukt u de lijst af met de fax-/ telefoonnummers die zijn opgeslagen voor snelkiezen, verkort kiezen of groepskiezen. 1.SNELKIESLIJST Hiermee drukt u de snelkieslijst af.
Elektrische veiligheid: GS, EN60950, FIMKO Straling: CISPR Pub 22, klasse B Goedkeuringen: Voldoet aan Energy Star-richtlijn CE-markering Pc-interface: USB-interface: * Op basis van de standaardfaxkaart nr.1 van Canon, JBIG, Standaardmodus ** Op basis van de standaardfaxkaart nr. 1 van Canon, Standaardmodus Algemeen...
TTI (Transmit Terminal Identification) Economische afdrukmodus voor ontvangen faxen verlaagt het tonerverbruik Tonerbesparing: met ca. 30%. * Op basis van papier van 75 g/m ** Op basis van de standaardfaxkaart nr. 1 van Canon, A4, Standaardmodus Fax voor normaal papier...
Pagina 199
Kopieerapparaat × Resolutie: 300 dpi Standaardformaat: 100% Zoom: 50-200% Meerdere kopieën: Max. 99 kopieën per document Telefoon • Automatische FAX/TEL-omschakeling • Aansluiting voor antwoordapparaat (detectie van CNG-signalen) • Aansluiting voor telefoon • Aansluiting voor optionele handset* • Ontvangst op afstand per telefoon (Standaardontvangst-ID: 25) •...
Pagina 200
Cassette: 250 vellen (FAX-L380S)/500 vellen (FAX-L390) van 64 g/m Papierinvoersysteem: MP-invoer: 1 vel De authentieke Canon Cartridge T Starter (capaciteit: ca. 2500 pagina's op basis van A4-papier dat voor 5% wordt bedrukt) Cartridge: De authentieke Canon Cartridge T (capaciteit: ca. 3500 pagina's op basis...
Pagina 201
Afdrukgebied: papier Het gearceerde gedeelte in de onderstaande illustratie geeft het afdrukgebied voor papier weer. Afdrukgebied: A4-formaat LTR-formaat LGL-formaat 210 mm 8,5 inch 8,5 inch Max. 5,0 mm Max. 0,2 inch Max. 0,2 inch Max. 5,0 mm Max. 0,2 inch Max.
Afdrukgebied: enveloppen Het gearceerde gedeelte in de onderstaande illustratie geeft het afdrukgebied voor enveloppen weer. Afdrukgebied: Europese DL U.S. Commercial Nr. 10 110 mm 4,1 inch Max. 5,0 mm Max. 0,2 inch Max. 5,0 mm Max. 0,2 inch 220 mm 9,5 inch Max.
Documentformaten De volgende illustraties laten de grootste en kleinste documenten zien die u bij dit apparaat kunt gebruiken. Maximum Document Size Minimum Document Size 148 mm 216 mm 105 mm Multi-page document: 356 mm One-page document: De onderstaande illustratie laat zien welk deel van een document in A4-, LTR- of LGL-formaat door het apparaat wordt gescand bij het faxen of scannen.
Pagina 204
Printerstuurprogramma IBM-computer of compatibele computer met de volgende Pentium-processor: Microsoft Windows® 98, Windows® Me, Windows® 2000 of Windows® XP –Windows® 98: een 90 MHz Pentium-processor of sneller, minstens 32 MB RAM en 115 MB vrije ruimte op de vaste schijf –Windows®...
De vorm van uw handset kan afwijken van de hier getoonde handset. Beide handsets bieden echter precies dezelfde functies en prestaties. Controleer of de volgende onderdelen aanwezig zijn. Neem dan direct contact op met uw Canon-dealer als er onderdelen ontbreken of zijn beschadigd. HANDSET SCHROEVEN MET PLUGGEN (2)
De handset op het apparaat aansluiten Volg deze stappen om de handset op het apparaat aan te sluiten: Verwijder de schroeven uit de pluggen en steek de pluggen in de openingen van de houder. Steek de pluggen met de houder van de handset in de openingen van het apparaat. OPMERKING Als u problemen hebt met het plaatsen van de pluggen, draai het apparaat dan zodanig dat de linkerzijde naar u toe is gericht en de rechterzijde tegen een wand is geplaatst.
Pagina 207
Plaats de schroeven in de pluggen en druk ze met uw vingers naar binnen. Sluit het snoer van de handset aan op de met gemarkeerde aansluiting aan de achterzijde van het apparaat. LET OP Wanneer u het apparaat verplaatst, dient u dit niet aan de houder voor de handset op te tillen. Handset...
De schakelaar voor het belvolume aanpassen Met deze schakelaar kunt u het belvolume van de handset instellen. Gebruik een pen of een ander puntig voorwerp om de stand van de schakelaar te wijzigen. VOLUMESCHAKELAAR Het type handset dat u kunt aansluiten, is afhankelijk van het telefoondistrict waar u het apparaat gebruikt.
Landspecifieke kenmerken BIJLAGE Verenigd Koninkrijk Een extern apparaat aansluiten Als de stekkers van de externe apparaten niet op de aansluitingen van het apparaat passen, dient u een of meerdere B.T.- adapters te kopen. Deze dient u als volgt aan te sluiten: Sluit het telefoonsnoer aan -of- Sluit het snoer van de extra telefoon,...
Duitsland Dit product is ontworpen voor gebruik binnenshuis in een commerciële of licht industriële omgeving. Goedkeuringen Elektrische veiligheid: CE, GS Straling: CISPR Pub 22, Klasse B Overige: Energy Star-compatibel, CE-markering, Telefaxstandaard (DTS) Het telefoonsnoer aansluiten Volg de onderstaande procedure om het telefoonsnoer aan te sluiten. ACHTERKLEP ELEKTRISCHE AANSLUITING...
NFN-code nodig. OPMERKING • Vanwege verschillen in technische specificaties kan Canon niet garanderen dat alle antwoordapparaten compatibel zullen zijn met het apparaat. • Als u een extern apparaat op het apparaat hebt aangesloten, controleer dan ook of u de juiste ontvangstmodus hebt ingesteld (Zie hoofdstuk 7).
Verklarende woordenlijst BIJLAGE Alternating current (Wisselstroom). Het type elektriciteit dat door een stopcontact wordt geleverd. Activiteitenrapport Een logboek van de inkomende en uitgaande faxtransacties van het apparaat. Afdrukgebied Het gebied op een vel papier waarop een printer tekst of afbeeldingen kan afdrukken (het afdrukgebied is kleiner dan het papier).
Pagina 213
Bits per seconde. De snelheid waarmee een fax informatie verzendt en ontvangt. CCITT/ITU-T Voorheen bekend als CCITT, Consultative Committee for International Telegraph and Telephone. CCITT is vervangen door de ITU-T-sector (International Telecommunications Union-Telecommunications), een commissie die internationale standaarden voor telecommunicatie bepaalt. Beltoon.
Pagina 214
FIJN De resolutie-instelling voor documenten met zeer kleine tekens en regels. Foto De documentinstelling die u gebruikt voor het verzenden of kopiëren van documenten met tussentinten, zoals foto's. G3, Group 3-faxapparaat Gedefinieerd door CCITT/ITU-T. Gebruikt coderingsschema's voor het verzenden van afbeeldingsgegevens en het verminderen van de hoeveelheid gegevens die dienen te worden verzonden.
Pagina 215
ID afzender Informatie die boven een fax wordt afgedrukt (ook TTI of Transmit Terminal ID genoemd): • Datum en tijd van de verzending van de fax • Fax-/telefoonnummer van de afzender • Naam van de afzender • Uw naam of de naam van de onderneming •...
Pagina 216
Ontvangen Ontvangsttransmissie wordt ook gedefinieerd als RX of Ontvangst. Het apparaat kan op vele manieren worden ingesteld voor het ontvangen van faxdocumenten: • Alleen faxdocumenten ontvangen (Fax) • Zowel spraakoproepen als faxdocumenten ontvangen op dezelfde lijn (FaxTel) • Spraakoproepen en faxdocumenten handmatig ontvangen (Handm.) •...
Pagina 217
Rapport Een document dat door het apparaat wordt afgedrukt, met informatie over de faxen die zijn verzonden of ontvangen. Resolutie De dichtheid van punten in een uitvoerapparaat. Wordt uitgedrukt in dots per inch (dpi). Met een lage resolutie zien afbeeldingen en tekens er ruw uit. Met hogere resoluties zijn hoeken en bochten gladder en komen traditionele lettertypen beter tot hun recht.
Pagina 218
Zie Verzending. ™ (Ultra High Quality) Een exclusief digitaal beeldbewerkingssysteem van Canon met 256 grijstinten en een speciale verbeteringsfunctie voor randen, zodat tekst en foto's met maximale helderheid worden verzonden. Uitgestelde verzending De mogelijkheid om een document te verzenden op een vooraf ingesteld tijdstip in de toekomst. U hoeft niet in uw kantoor te zijn om uitgestelde verzending naar een of meer bestemmingen uit te voeren.
Pagina 219
Index BIJLAGE Getallen en symbolen in- of uitschakelen, 9-7 instellen, 9-4 Bericht AFDRUKPAPIER STORING, 7-6, 14-8 ((-)-, )(+)-toetsen, 2-15 Bericht BEGIN OPNIEUW, 14-8 Bericht CONTROLEER DOCUMENT, 14-8 Bericht CONTROLEER PRINTER, 14-8 Bericht GEBRUIKT GEHEUG nn %, 14-8 Bericht GEHEUGEN VOL, 14-9 Aangepast zoompercentage, 11-5 Bericht NIET GEREGISTR., 14-9 Aansluiting...
Pagina 220
Elektrische aansluiting, 2-13 ID voor systeembeheerder Energiebesparingsmodus instellen, 9-2 wijzigen/annuleren, 9-2 handmatig instellen, 2-16 herstel vanuit, 2-16 ID-toets, 2-15 Energiebesparingstoets, 2-14 Indicator In Gebruik/Geheugen, 2-14 Envelop Instellen in de cassette plaatsen, 4-5 displaytaal en land, 2-10 in de MP-invoer plaatsen, 4-9 ontvangstmodus, 7-2 scancontrast (fax), 6-5 scanresolutie(fax), 6-4...
Pagina 221
Modus Fax, 7-5 PAPIERINSTELLINGEN, 16-2 modus Fax, 7-1 Papierstoring modus FaxTel, 7-1 verhelpen, 14-1 Modus Handm., 7-4 PBX, 10-1 modus Handm., 7-1 Polling MP-invoer, 2-11, 2-12 ontvangst, 8-2 verzending, 8-3 envelop plaatsen, 4-9 papier plaatsen, 4-8 Pollingpostbus Multi TX/RX rapport, 13-4 documenten in het geheugen scannen, 8-4 instellen, 8-3 Multitasking, 7-7...
Pagina 222
TIJDKLOKINSTELLINGEN, 16-15 Tonercartridge gebruiken en bewaren, 2-17 installeren en vervangen, 2-18 Toonkiezen, 10-3 Toontoets, 2-14 TTI, 3-3 TX Rapport, 13-4 TX/RX NR. nnnn**, 14-9 Type telefoonlijn instellen, 3-5 Uitgestelde verzending, 6-15 Uitgestelde verzending-toets, 2-15 Uitpakken, 2-2 Uitvoerblad, 2-11, 2-12 uitvoerblad bevestigen, 2-5 USB-poort, 2-13 aansluiten, 2-7...