2
Als u in het nummer een pauze wilt invoeren, drukt u op [Nummerherhaling/Pauze].
•
Om aan het einde van een nummer een pauze in te voeren, drukt u op [Nummerherhaling/Pauze]
[OK].
•
Een pauze in een nummer (p) duurt 4 seconden.
•
Indien nodig kunt u de lengte van een pauze in een nummer wijzigen. Zie p. 16-8 (de instelling
<PAUZEDUUR>) voor meer informatie
•
Als u in het nummer een langere pauze wilt invoeren, drukt u op nogmaals [Nummerherhaling/Pauze].
Elke pauze voegt 2 seconden toe aan de duur van de pauze.
•
Een pauze aan het einde van een nummer (P) heeft een vaste duur van 10 seconden.
Toonkiezen op een pulslijn gebruiken
Ook als u bent aangesloten via een pulslijn, kunt u met dit apparaat toonkiezen gebruiken zodra u
verbinding heeft met de andere partij. Dit stelt u in staat gebruik te maken van informatiediensten
waarvoor toonkiezen nodig is, zoals voor het selecteren van diverse keuzemogelijkheden in de menu's
van deze diensten.
1
Druk op [FAX].
Als het apparaat zich al in stand-bymodus voor faxen bevindt, kunt u deze stap overslaan.
2
Neem de handset op als u de optionele handset heeft aangesloten.
-of-
Druk op [Haak].
De indicator [In gebruik/Geheugen] knippert groen en u hoort de kiestoon.
3
Kies met de numerieke toetsen het telefoonnummer.
Het apparaat zorgt met behulp van pulskiezen voor de verbinding met de andere partij.
4
Druk op [
] om over te schakelen op toonkiezen.
•
Wanneer op [
•
De cijfers die u invoert nadat op [
5
Hang de handset op zodra u gereed bent.
-of-
Druk op [Haak].
] wordt gedrukt, verschijnt <T> op het LCD.
] is gedrukt, worden gekozen met behulp van toonkiezen.
Speciale methoden voor kiezen
druk op
10
10-3