5.ZOMERTIJD
8. SYSTEEMINSTELLINGEN
SYSTEEMPASSWORD
1.SYST. ADMIN. INFO
2.AFD. ID BEHEER
16
16-16
Menubeschrijvingen
Naam
UIT
AAN
1.BEGINDATUM/TIJD
2.EINDDATUM/TIJD
Naam
1.SYST. ADMIN. ID.
2.SYSTEEMWACHTWOORD
UIT
AAN
Beschrijving
Hiermee stelt u de zomertijd in.
De zomertijdinstelling is uitgeschakeld.
De zomertijdinstelling is ingeschakeld.
Hiermee stelt u de MAAND, WEEK, DAG en de
TIJD in waarop de zomertijd ingaat.
Hiermee stelt u de MAAND, WEEK, DAG en de
TIJD in waarop de zomertijd eindigt.
(De fabrieksinstelling wordt vet aangegeven.)
Beschrijving
Hiermee voert u het systeemwachtwoord in om
de systeeminstellingen te beschermen.
(U hoeft dit niet te doen als de
systeeminstellingen nog niet beschermd zijn
met een wachtwoord.)
Hiermee stelt u de ID en het wachtwoord van
de systeembeheerder in om de
systeeminstellingen te beschermen.
U kunt '0' gebruiken voor de ID van de
systeembeheerder.
Als u de ID van de systeembeheerder instelt op
0, wordt de opgeslagen ID van de
systeembeheerder gewist.
1-9999999
1-9999999
Hiermee stelt u beperkingen in voor verzenden
en afdrukken met afdelings-ID's en
wachtwoorden.
De beheerfunctie is uitgeschakeld.
De beheerfunctie is iingeschakeld. Hiermee
stelt u in hoe het gebruik van het apparaat
wordt beperkt.
(De fabrieksinstelling wordt vet aangegeven.)