4
Als u besluit de afdrukopdracht te verwijderen, drukt u op [ (-)] voor <JA>.
OPMERKING
•
Om het verwijderen van de opdracht te annuleren, drukt u op [ (+)] voor <NEE>. Wanneer de opdracht eenmaal
is verwijderd, kan deze niet meer worden hersteld.
•
Het display kan tekens in ASCII weergeven. Wanneer u andere tekens gebruikt dan ASCII kunnen er verdraaide
tekens op het display worden weergegeven.
Een rapportopdracht bevestigen en verwijderen
1
Druk vier keer op [Systeemmonitor].
OPMERKING
Als er geen opdracht is, wordt <GEEN RAPP. OPDR.> weergegeven.
2
Druk op [OK] wanneer er een rapportopdracht is en u deze wilt verwijderen.
R A P P O R T A N N U L E R E N ?
< J A
3
Als u besluit de opdracht te verwijderen, drukt u op [ (-)] voor <JA>.
4
Zijn er meerdere rapportopdrachten, druk dan op [
verwijderen.
R A P P O R T S T A T U S
12
0 2 L I J S T G E B R . G E G .
5
Druk op [OK].
R A P P O R T A N N U L E R E N ?
6
Als u besluit de opdracht te verwijderen, drukt u op [ (-)] voor <JA>.
OPMERKING
Om het verwijderen van de opdracht te annuleren, drukt u op [ (+)] voor <NEE>. Wanneer de opdracht eenmaal
is verwijderd, kan deze niet meer worden hersteld.
12-4
De status van kopieer-, fax-, afdruk- en rapportageopdrachten controleren
N E E >
< J A
N E E >
(-)] of [
(+)] om de opdracht te kiezen die u wilt