Beperkt gebruik van het
apparaat
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u het apparaat kunt beschermen tegen onbevoegde toegang. Met sommige
van deze functies kunt u ook bijhouden hoeveel er wordt gefaxt of gekopieerd (afgedrukt) op basis van
divisienummers die u kunt toewijzen aan verschillende personen of afdelingen in uw bedrijf.
De ID en het wachtwoord van de
systeembeheerder instellen en gebruiken.
De ID en het wachtwoord vam de systeembeheerder beschermen alle instellingen in het menu
SYSTEEMINSTELLINGEN.
U dient de ID en het wachtwoord van de systeembeheerder in te voeren wanneer u Afdeling ID beheer
gebruikt en het apparaat wilt gebruiken als systeembeheerder. In dit geval hoeft u het
systeembeheerderswachtwoord niet in te voeren wanneer u het menu SYSTEEMINSTELLINGEN
opvraagt. In andere gevallen dient u het systeembeheerderswachtwoord steeds in te voeren wanneer
u het menu SYSTEEMINSTELLINGEN opvraagt.
BELANGRIJK
Als u geen ID en wachtwoord voor de systeembeheerder maakt en bewaakt, kan iedereen het menu
SYSTEEMINSTELLINGEN opvragen en de instellingen wijzigen of uitschakelen.
OPMERKING
De beperkingen voor gebruikers in het apparaat worden afgedrukt aan het einde van de lijst met
gebruikersgegevens. (Zie "Lijst met gebruikersgegevens" op p. 13-11.)
De ID en het wachtwoord van de systeembeheerder instellen en gebruiken.
9
HOOFDSTUK
9-1