3
Wanneer <PASSWORD> verschijnt, voert u het systeembeheerderswachtwoord in met de numerieke
toetsen
druk op [OK].
S Y S T E E M I N S T E L .
P A S S W O R D
4
Druk op [ (-)] of [ (+)] tot <2.AFD. ID BEHEER> verschijnt
5
Druk op [ (-)] of [ (+)] om <AAN> weer te geven
6
Druk op [ (-)] of [ (+)] om het nummer te selecteren waaraan de afdeling wordt toegewezen
[OK].
7
Voer een afdelings-ID van maximaal zeven cijfers in met de numerieke toetsen
A F D . I D I N V O E R
OPMERKING
•
U kunt de afdelings-ID instellen van 1 tot 9999999. Als u de afdelings-ID instelt als 111, wordt dit getoond als
<0000111>. Wanneer u wordt gevraagd de afdelings-ID in te voeren, is het echter voldoende om 111 op te geven.
•
U kunt de cijfers die u hebt ingevoerd wissen met [Wissen].
8
Druk op [ (-)] of [ (+)] tot <1. PASSWORD> verschijnt
9
Voer een afdelingswachtwoord van maximaal zeven cijfers in met de numerieke toetsen
P A S S W O R D
OPMERKING
•
Als u geen wachtwoord wilt invoeren zodat u alleen de afdelings-ID hoeft te gebruiken voor transacties, druk dan
alleen op [OK]
ga door met de volgende stap.
•
Als u alleen de afdelings-ID instelt, hoeft u alleen de afdelings-ID in te voeren wanneer u het apparaat gebruikt.
10
Druk op [OK].
11
Voer het maximumaantal pagina's dat kan worden gekopieerd of afgedrukt door de geregistreerde
afdeling met de numerieke toetsen
K O P I E E R L I M I E T E N
OPMERKING
•
U kunt de kopieerlimiet instellen tussen 0 en 999999.
•
Als u geen kopieerlimiet instelt, kan de afdeling geen kopieerbewerkingen uitvoeren.
I N S T . A F D . C O D E
1 2 3 4 5 6 7
1 . P A S S W O R D
I N S T . A F D . C O D E
1 2 3 4 5 6 7
2 . K O P I E E R L I M I E T E N
druk op [OK].
1 0 0 0 0 0
De apparaatwerking beperken (Afdeling ID beheer)
druk op [OK].
druk tweemaal op [OK].
druk op [OK].
druk op
druk op [OK].
druk op [OK].
9-5
9