De bij de vloeistoftemperatuur gemeten conductieve geleidbaarheid, wordt omgerekend naar de
referentietemperatuur
Wijziging van de referentietemperatuur
Wordt de referentietemperatuur gewijzigd, moet de temperatuurcoëfficiënt weer opnieuw
worden gekalibreerd.
Instelbare processen voor temperatuurcompensatie
[off]
–
Temperatuurcompensatie is uitgeschakeld. Er wordt gemeten op basis van de
–
ingestelde referentietemperatuur.
[lin]
–
Lineaire temperatuurcompensatie over het voor de sensoren toegestane tempera‐
–
tuurbereik. De referentietemperatuur is instelbaar van 15 °C ... 30 °C.
[nLF]
–
Niet lineaire temperatuurcompensatie volgens DIN EN 27888 voor natuurlijk water,
–
tussen 0 °C ... 35 °C. De referentietemperatuur is omschakelbaar, 20 °C / 25 °C.
[TREF] .
Meetgrootheden instellen
89