Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Geleidbaarheid Kalibreren, Conductief; Geleidbaarheid Kalibreren, Conductief, Sensorparameterbepaling - ProMinent DULCOMETER diaLog DACb Montage- En Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

12.8
Geleidbaarheid kali‐
breren, conductief
Meet- en regelgedrag van de
regelaar tijdens de kalibratie
Tijdens de kalibratie: De insteluit‐
gangen worden gedeactiveerd. Uitzon‐
dering: wanneer een basischarge of
een handmatige instelbare variabele is
ingesteld. Deze blijft actief. De meet‐
waarde-uitgang
[Normsignaaluitgang mA] wordt
bevroren, volgens de instellingen in het
menu mA-uitgang.
Bij een succesvolle kalibratie / controle
worden alle foutcontroles die betrekking
hebben op de meetwaarde, weer
gestart. De regelaar slaat bij een suc‐
cesvolle kalibratie de bepaalde gege‐
vens voor nulpunt en steilheid op.
12.8.1
Geleidbaarheid kalibreren,
conductief, sensorparame‐
terbepaling
AANWIJZING!
De sensor moet droog zijn
De geleidbaarheidssensor mag niet in
contact komen met vloeistof. Pas nadat
de geleidbaarheidssensor is aange‐
sloten, geconfigureerd en gekalibreerd,
mag de geleidbaarheidssensor in con‐
tact komen met vloeistof. De sensorpa‐
rameters (nulpunt) van een vochtige of
natte geleidbaarheidssensor kunnen
niet meet zinvol worden gekalibreerd.
Is de geleidbaarheidssensor voor de
kalibratie met vloeistof in contact
gekomen, is het mogelijk de geleid‐
baarheidssensor te drogen. Een
gedroogde geleidbaarheidssensor kan
weer met succes worden gekalibreerd
op de sensorparameters.
Kalibreren
127

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave