[Regeling] instellen
De
13.5
Regeling parameter [Tn]
[Tn] is de nasteltijd voor de I-regelaar
De tijd
(integraalregelaar) in seconden. De tijd
definieert de integratie in de tijde van de regel‐
afwijking op de instelbare variabele. Hoe korter
[Tn] , hoe sterker de invloed op de instel‐
de tijd
bare variabele. Een oneindig lange tijd
zorgt voor een pure proportionele regeling.
13.6
Regeling parameter [Tv]
[Tv] is de wachttijd van de D-regelaar
De tijd
(differentiërende regelaar). De D-regelaar rea‐
geert op de veranderingssnelheid van de meet‐
waarde.
13.7
Regeling parameter [Add.
basischarge]
[Add. basischarge] is de additieve basischarge.
De additieve basischarge moet een doorlo‐
pende vraag naar een doseermedium voor het
handhaven van het setpoint compenseren.
De additieve basischarge kan binnen een
bereik van -100 % ... +100 % worden ingesteld.
De additieve basischarge wordt opgeteld bij de
door de regelaar ingestelde instelbare variabele
en werkt in beide regelrichtingen. Is de door de
regelaar berekende instelbare variabele bijv.
„
y= -10 % en de add. basischarge +3 %, is
è
de resulterende instelbare variabele = Y= -10
% + (+3 %)= -7 %
y= 10 % en de add. basischarge +3 %, is de
è
resulterende instelbare variabele = Y= 10 % +
(+3 %)= 13 %
y= 0% en de add. basischarge +3%, is de
è
resulterende instelbare variabele = Y= 0 % +
(+3 %)= 3 %"
142
13.8
[Tn]
[Controletijd] moet een overdosering door
De
een verkeerde werking verhinderen.
Tijdens de
variabele met een instelbare
[Tn]
drempel instelbare variabele) vergeleken.
Afhankelijk van de regelrichting kunnen +ver‐
schillenden
[Controletijd
[Controletijd
ingesteld.
De drempels zijn afhankelijk van de concen‐
tratie van het gedoseerde doseermedium.
Wordt de drempel overschreden, begint een
tijdregistratie
Komt tijdens de
abele weer onder de drempel, wordt de tijd
weer gereset naar
Blijft de instelbare variabele echter langer over‐
schreden, dan de
de regeling direct. Deze functie (regeling stopt)
wordt automatisch gereset, als de drempel
weer wordt onderschreden.
13.9
[max. inst. var.] zorgt voor het vastleggen
De
van de maximale waarde van de instelbare
variabele bij de uitgang. Dit is zinvol, als bijv.
een actor overgedimensioneerd is en niet maxi‐
maal 100% hoeft te worden geopend.
13.10
De stabiele regeling van doorloopprocessen
door een storingsvariabelenschakeling.
Regeling parameter [Con‐
troletijd]
[Controletijd] wordt de instelbare
[drempel] (=
[Controletijden]
boven] voor het verhogen en
onder] voor het verlagen worden
[(Controletijd)] .
[Controletijd] de instelbare vari‐
„0" .
[Controletijd] toestaat, stopt
Regeling parameter [max.
inst. var.]
Storingsvariabele