Montage en installeren
doende galvanische scheiding van
elektrische geleiders etc. De potentiaal‐
vereffening heft het stoorpotentiaal niet
op, maar vermindert de invloed hiervan
op de meting. Voor een optimale situ‐
atie, de bron van het stoorpotentiaal
verhelpen.
72
De regelaar omschakelen naar een meting met
potentiaalvereffening
AANWIJZING!
Draadbruggen met aangesloten poten‐
tiaalvereffening
Een meting met draadbrug en aange‐
sloten potentiaalvereffening zorgt voor
foutieve meetwaarden.
Houd rekening met de volgende
verschillen:
De regelaar is vanuit de fabriek inge‐
steld voor metingen zonder potentiaal‐
vereffening (asymmetrische meting).
Bij een meting met potentiaalvereffe‐
ning (symmetrische meting), moet de
instelling in het menu [Meting] ook
worden gewijzigd.
Bij een symmetrische aansluiting moet
de draadbrug worden verwijderd en de
leiding voor de potentiaalvereffening
(PA) op de klem XE3_2 (kanaal 1) resp.
XE7_2 (kanaal 2) van de regelaar
worden aangesloten.
1.
Wijzig in het menu
2 de vermelding bij
[Potentiaalvereffening] naar [Ja.]
Open de regelaar en verwijder de
2.
draadbrug.
op de module A (meetingang):
n
Klem XE3_1, XE3_2 voor kanaal 1
op de module A (meetingang):
n
Klem XE7_1, XE7_2 voor kanaal 2
op de module C (uitbreindingsmo‐
n
dule): Klem XE7_1, XE7_2 voor
kanaal 3
[Meting] kanaal 1 of