9.4.4
Aansluitschema
9.4.4.1
Voorwaarden
Met de regelaar wordt een aansluitschema meegeleverd, dat de toewijzing 1:1 weergeeft.
Slechts één sensor per module
Bij de basismodule kunnen 2 sensoren worden aangesloten en via een uitbreidingsmodule
kan 1 sensor worden aangesloten. U kunt bijvoorbeeld een chloorsensor en een redox-
sensor op de basismodule en een pH-sensor of een storingsvariabele op de uitbreidingsmo‐
dule aansluiten.
Aansluiten van de chloorsensor bij regelaars met twee kanalen
Bij meting van chloor met pH-compensatie moet bij het aansluiten van de sensoren rekening
worden gehouden met het volgende. De chloorsensor moet u bij de uitbreidingsmodule
(kanaal 2) op de klemmen aansluiten volgens het aansluitschema.
De pH-sensor moet u op de hoofdmodule (kanaal 1) als volgt aansluiten:
bij gebruik van een coaxiaalkabel op de afschermingsklem en op de binnengeleider,
–
volgens aansluitschema.
bij het gebruik van een omvormer pPHV1 (mA) op de klemmen aansluiten, volgens het
–
aansluitschema.
Voor het bereiken van een correcte PH-compensatie moet de pH-waarde tevens worden
gecompenseerd voor de temperatuur. De temperatuursensor moet u hierbij op de klemmen
aansluiten, volgens aansluitschema.
Afhankelijk van de identcode van de regelaar (kanaal 2 = pakket 4) moet u daarna de sto‐
ringsvariabele op de mA-ingang van de uitbreidingsmodule aansluiten, volgens aansluit‐
schema, als deze mA-ingang niet al is bezet door omvormer pHV1 (mA).
De storingsvariabele heeft effect op de pH- en chloor-regeling.
pH-meting via een meetomvormer
Wordt een pH-meting via een meetomvormer DULCOMETER
van een andere aanbieder aan de regelaar aangesloten, moeten de mA-pH-toewijzingen in
de DMTa, resp. in het pH-meettoestel van de andere aanbieder, als volgt gebeuren:
[4 mA = pH 15,45] en [20 mA = pH -1,45]
Montage en installeren
DMTa of een pH-meettoestel
®
51