Inhoudsopgave
Advertenties
2.4
Fout- of waarschuwingsmeldingen bevestigen
Detecteert de regelaar een fout
naar rood licht en het alarmrelais valt af. Door het drukken op de
tigen. De regelaar toont u daarbij alle fouten en waarschuwingen. De actuele alarmmeldingen kunt u
selecteren en evt. bevestigen. Bevestigt u een fout, trekt het alarmrelais aan en schakelt de achter‐
grondverlichting weer om naar wit licht. In het onderste gedeelte van het display wordt de opge‐
treden fout of de waarschuwingsmelding nog steeds weergegeven, bijv.
wordt verholpen.
Bij een waarschuwing, bijv. de regelaar signaleert dat een sensor nog niet is gekalibreerd, kan ook
zonder het bevestigen van de melding worden verder gewerkt met de regelaar.
[Error] , de regelaar signaleert [bijv.] dat geen sensor is aangesloten, kan na het
Bij een foutmelding
bevestigen van de melding niet worden verder gewerkt met de regelaar. U moet dan de fout ver‐
helpen, zie hiervoor het hoofdstuk voor diagnose en het verhelpen van fouten.
Afb. 8: Alarmmelding, de regelaar stopt de regeling
2.5
De toetsenblokkering
De regelaar heeft een toetsenblokkering. Een
actieve toetsenblokkering verhindert het
bedienen van de toetsen. De toetsenblokkering
kan door het tegelijk drukken op de toetsen
en
worden geactiveerd of gedeactiveerd. De
geactiveerde toetsenblokkering wordt door het
-symbool aangegeven.
[Error] , wordt de regeling gestopt, de achtergrondverlichting schakelt
Bedieningsconcept
-toets, kunt u de melding beves‐
[Error 01] , tot de oorzaak
21
Advertenties
Inhoudsopgave
