Kalibreren
12.1.4
Kalibratie van de pH-sensor (CAL) via
Data-invoer
Bij de kalibratiemethode [Data-invoer] worden de bekende gegevens van de sensor inge‐
voerd bij de regelaar. De kalibratie via data-invoer is slechts zo nauwkeurig en betrouwbaar,
als de methode waarmee de gegevens zijn bepaald.
De gegevens van de sensor moeten recent zijn bepaald. Hoe actueler de gegevens van de
sensor, hoe groter de betrouwbaarheid van deze kalibratiemethode is.
Probleemloze werking van de sensor
Correct meten en doseren kan alleen als de sensor probleemloos werkt.
–
De gebruikershandleiding van de sensor opvolgen.
–
Meet- en regelgedrag van de regelaar tijdens de kalibratie
Tijdens de kalibratie: De insteluitgangen worden gedeactiveerd. Uitzondering: wanneer een
basischarge of een handmatige instelbare variabele is ingesteld. Deze blijft actief. De meet‐
waarde-uitgang [Normsignaaluitgang mA] wordt bevroren, volgens de instellingen in het
menu mA-uitgang.
Bij een succesvolle kalibratie / controle worden alle foutcontroles die betrekking hebben op
de meetwaarde, weer gestart. De regelaar slaat bij een succesvolle kalibratie de bepaalde
gegevens voor nulpunt en steilheid op.
104
[Data-invoer]