12.4
Amperometrische sen‐
soren kalibreren
Amperometrische sensoren kali‐
breren
De procedure voor het kalibreren van
amperometrische sensoren is hetzelfde
voor alle amperometrische meetgroot‐
heden.
De procedure voor het kalibreren van
amperometrische meetgrootheden
wordt uitgebreid beschreven op basis
van de meetgrootheid chloor [Cl]. Bij de
andere meetgrootheden is dezelfde
procedure nodig als bij de meetgroot‐
heid chloor [Cl ].
De volgende meetgrootheden kunnen
op basis van de hier beschreven proce‐
dure worden gekalibreerd:
Chloor
–
Chloordioxide
–
Broom
–
Chloriet
–
Ozon
–
Perazijnzuur (PAZ)
–
H
O
–
2
2
Kalibratie in combinatie met pH
en chloor
Het is absoluut noodzakelijk altijd eerst
de pH-meting te kalibreren en daarna
de chloormeting. Bij elke volgende kali‐
bratie van de pH-meting is daarna altijd
een kalibratie van de chloorsensor
noodzakelijk. Anders wordt de chloor‐
meting onnauwkeurig.
Vrij chloor of totaal beschikbaar
chloor
Kalibratie van het nulpunt is niet nood‐
zakelijk.
Steilheid: Mogelijke kalibratie binnen
het bereik: 20 % ... 300 %.
Een steilheid van 70 % wijst op een
blokkade van het membraan. Hiervoor
de gebruikershandleiding van uw
sensor opvolgen.
Een steilheid van meer dan 150% bij
alle sensoren CLE3/CLE3.1, wijst op
oppervlakte-actieve stoffen (tensiden)
in het meetwater. Het vervangen van
het membraan zorgt dan kortstondig
voor een verbetering. De aanwezigheid
van tensiden in het water moet worden
verhinderd. Zijn tensiden onvermijd‐
baar, gebruik dan een geschikte
sensor, bijv. een sensor type CBR.
12.4.1
Keuze van de kalibratie‐
methode bij amperometri‐
sche meetgrootheden
Voor het kalibreren van de regelaar zijn twee
kalibratiemethoden beschikbaar:
Kalibratie van de steilheid
n
Kalibratie van het nulpunt
n
Kalibreren
115