Inhoudsopgave
Advertenties
Veiligheidsinformatie
Veiligheidsmaatregelen voor bediening en onderhoud (vervolg)
Motor optakelen
Gebruik de hijsogen op de motor als de motor wordt
opgetakeld. Controleer vooraf of de takelapparatuur in
goede staat verkeert en voldoende vermogen heeft
om de motor (het motorgewicht en eventuele andere
apparatuur) op te takelen. Gebruik voor alle veiligheid
een instelbare hijsbalk voor het optakelen van de mo-
tor. Alle kettingen en kabels moeten parallel aan el-
kaar lopen en zo haaks mogelijk op de bovenkant van
de motor staan. Denk eraan dat andere aangebrachte
apparatuur het zwaartepunt van de motor kan veran-
deren. Het kan zijn dat er speciale takelapparatuur
nodig is om de juiste balans te behouden en de motor
veilig te hanteren. Verricht nooit werkzaamheden aan
een motor die aan een takelinrichting hangt.
Voor het starten van de motor
Plaats alle afschermingen die u tijdens de onder-
houdswerkzaamheden hebt verwijderd terug voordat u
de motor start. Controleer of er geen gereedschap of
andere voorwerpen op de motor zijn achtergebleven.
Start nooit een motor met turbocompressor zonder het
luchtfilter te hebben teruggeplaatst. De roterende com-
pressor kan ernstig persoonlijk letsel veroorzaken.
Vreemde voorwerpen kunnen ook naar binnen gezo-
gen worden en ernstige mechanische schade aan de
motor veroorzaken.
Brand en explosie
Brandstof en smeerolie
Alle brandstoffen, de meeste smeeroliën en vele che-
micaliën zijn brandgevaarlijk. Lees de instructies op
de verpakking en houd deze aan.
Zorg ervoor dat de motor koud is wanneer u werk-
zaamheden aan het brandstofsysteem wilt uitvoeren.
Het lekken van brandstof op een heet oppervlak of op
elektrische onderdelen kan brand veroorzaken.
Berg met brandstof gedrenkte doeken en ander ont-
vlambare materialen zo op dat ze geen vlam kunnen
vatten. Onder bepaalde omstandigheden kunnen met
olie gedrenkte doeken vanzelf ontbranden.
Rook niet als u brandstof of olie bijvult, in de buurt
van een pompstation komt of in de motorruimte bent.
Gebruik van andere onderdelen dan originele Vol-
vo Penta-onderdelen
De onderdelen in het brandstofsysteem en de elektri-
sche installatie van Volvo Penta-produkten zijn ont-
worpen en vervaardigd om de kans op brand en explo-
sies zo klein mogelijk te houden.
Het gebruik van andere onderdelen in plaats van origi-
nele Volvo Penta-onderdelen kan brand of explosies
tot gevolg hebben.
4
Accu's
De accu's bevatten knalgas en geven dit af, vooral
tijdens het opladen. Dit gas is licht ontvlambaar en
zeer brandbaar.
Rook nooit in de buurt van de accu's of het accucom-
partiment, gebruik daar nooit open vuur en laat geen
vonken ontstaan.
Het onjuist aansluiten van een accukabel of startkabel
aan een accu kan een vonk veroorzaken die een ex-
plosie kan veroorzaken.
Startspray
Gebruik nooit startspray of vergelijkbare middelen om
een motor met luchtvoorverwarming (gloeibougies /
startelement) te starten. Het startelement kan een
explosie in het inlaatspruitstuk veroorzaken. Boven-
dien kan hierdoor persoonlijk letsel veroorzaakt wor-
den.
Hete oppervlakken en vloeistoffen
Er bestaat altijd gevaar van brandwonden als u werk-
zaamheden uitvoert op een warme motor. Pas op voor
hete oppervlakken. Bijvoorbeeld: de uitlaatpijp, de
turbocompressor, het oliecarter, de laaddrukleiding,
het startelement, hete koelvloeistof en hete olie in
olieslangen en -leidingen.
Chemicaliën
De meeste chemicaliën, zoals antivries, roestwerend
middel, conserveringsolie, ontvettingsmiddel, etc., zijn
schadelijk voor de gezondheid. Lees de instructies op
de verpakking en houd deze aan.
Sommige chemicaliën, zoals conserveringsolie, zijn
licht ontvlambaar en ook schadelijk als ze worden
ingeademd. Zorg tijdens het spuiten voor goede venti-
latie en gebruik een veiligheidsmasker. Lees de in-
structies op de verpakking en houd deze aan.
Berg chemicaliën en andere schadelijke materialen op
buiten het bereik van kinderen. Geef gebruikte of over-
gebleven chemicaliën af bij een speciaal afgiftepunt
om het milieu te sparen.
Smeersysteem
Hete olie kan brandwonden veroorzaken. Zorg ervoor
dat u geen hete olie op de huid krijgt. Controleer altijd
of de druk van het smeersysteem is weggenomen
alvorens hier werkzaamheden aan uit te voeren. Start
de motor nooit en laat deze ook niet draaien wanneer
u de olievuldop hebt verwijderd. Er kan olie uit spui-
ten.
Advertenties
Inhoudsopgave
