Elektrische installatie
WAARSCHUWING! Zet altijd de motor uit en verbreek altijd de stroom met de hoofdschakelaar alvorens
werkzaamheden aan de elektrische installatie uit te voeren. Isoleer de acculader of andere accessoires
die op de motor zijn aangebracht.
NB! GEEN ELEKTRISCH SYSTEEM BESCHIKBAAR VOOR DE MOTOREN 420–721.
38
Zekeringen
De motor heeft automatische zekeringen die zich be-
vinden in de verdeeldoos. De zekeringen verbreken de
stroom als het elektrisch systeem overbelast raakt.
Als de motor niet start of de instrumenten werken niet
terwijl de motor loopt, is de zekering mogelijk gespron-
gen. Reset de zekering door op de knop op de zeke-
ring te drukken.
BELANGRIJK! Onderzoek altijd de oorzaak
van de overbelasting voordat de zekering wordt
gereset!
Hoofdschakelaar
De hoofdschakelaar mag nooit worden uitgezet voor-
dat de motor gestopt is. De dynamo kan zwaar be-
schadigd raken als de stroomkring tussen de dynamo
en de accu wordt verbroken terwijl de motor loopt.
BELANGRIJK! Als de motor draait, mag u nooit
met de hoofdschakelaar de stroom verbreken.
Elektrische aansluitingen
Controleer tevens of alle elektrische aansluitingen
droog en vrij van oxidatie zijn en of er geen losse aan-
sluitingen zijn. Behandel deze aansluitingen zo nodig
met een waterafstotende spray (universele Volvo Pen-
ta-olie).
Onderhoud