Instrumenten
Dit hoofdstuk beschrijft het instrumentenkastje en de instrumenten in het assortiment van Volvo Penta. Variaties
in het uiterlijk van de instrumenten kunnen voorkomen bij bepaalde toepassingen (mobiele bijvoorbeeld). Zie, als
dit het geval is, de Instructiehandleiding voor de betreffende toepassing.
WAARSCHUWING! Als er zich geen contactslot op het instrumentenkastje bevindt, moet de motor/be-
dieningsruimte afgesloten kunnen worden om te voorkomen dat onbevoegden de motor kunnen starten.
(Als alternatief kan een afsluitbare hoofdschakelaar worden gebruikt).
Instrumentenkastje
1. Oliedrukmeter. Normaal binnen de groene zone
(300–500 kPa).
2. Waarschuwingslamp: Laag koelvloeistofniveau
(optie)
3. Koelvloeistoftemperatuurmeter. Normaal binnen
de groene zone (70–95
4. Waarschuwingslamp: Hoog koelvloeistofniveau
(optie)
5. Toerenteller
6. Urenteller
7. Startknop
8. Waarschuwingslamp: Dynamo laadt niet op
9. Onderbreking: Druk de knop in om de automati-
sche stop voor lage oliedruk uit te schakelen en
de voorverwarming te activeren.
10. Waarschuwingslamp: Lage oliedruk (extra uitrus-
ting)
11. Stopknop
12. Semi-automatische zekeringen. Reset de zeke-
ring door de knop ervan in te drukken
Instrumenten
C).
°
13