Schakelbare koppeling
De koppling wordt uitgeschakeld als de bedieningshendel in stand
"N" staat en ingeschakeld als de hendel in stand "E" staat.
BELANGRIJK! Het motortoerental mag tijdens het in- en uit-
schakelen niet hoger zijn dan 1000–1200 omw/min.
Draaien bij lage belasting
Vermijd het draaien van de motor bij stationair toerental of lage be-
lasting voor lange perioden. Dit kan verhoogd olieverbruik en olie-
lekkage uit het uitlaatspruitstuk tot gevolg hebben. (De olie gaat
door de keerringen van de turbocompressor en wordt met de inlaat-
lucht het inlaatspruitstuk ingezogen wanneer de druk van de turbo-
compressor laag is.)
Dit veroorzaakt roetresten op kleppen, zuigerbodems, uitgangen
van de uitlaat en de uitlaatgasturbine.
Bij lage belasting is de verbrandingstemperatuur zo laag dat de
brandstof niet volledig verbrandt. Dit kan vervuiling van de smeer-
olie door brandstof tot gevolg hebben en uiteindelijk lekkage van
het uitlaatspruitstuk.
Volg, naast de normale inspecties, de volgende punten om
problemen die door het draaien van de motor bij lage belas-
ting ontstaan te voorkomen.
●
Gebruik de motor zo min mogelijk bij lage belasting. (Indien de
motor iedere week zonder belasting wordt getest, beperk de
looptijd dan tot ongeveer vijf minuten).
●
Gebruik de motor gedurende ongeveer vier uur eens per jaar
onder volle belasting. Hierdoor worden roetresten in de motor en
het uitlaatsysteem weggebrand.
Bediening
19