Onderhoudsschema
Om een optimale bedrijfszekerheid en levensduur te bereiken, is het van groot belang dat de motor regelmatig
wordt onderhouden. Door de aanbevelingen omtrent onderhoud op te volgen wordt de kwaliteit van de motor be-
houden en onnodige schade aan het milieu voorkomen.
WAARSCHUWING! Lees het hoofdstuk over "Onderhoud" zorgvuldig door voordat u met de onderhouds-
werkzaamheden begint. Het bevat instructies over de manier waarop de werkzaamheden op een veilige en
correcte wijze kunnen worden uitgevoerd
BELANGRIJK! Servicewerkzaamheden markeren
worden uitgevoerd.
DAGELIJKS VOOR HET STARTEN
●
Motorolie. Peil controleren
●
Koelvloeistof. Peil controleren ..................................................................... pagina 31
●
Radiateur. Externe controle en reiniging ...................................................... pagina 34
●
Luchtfilterindicator. Controleren
●
Controleren op lekkage. Motor ................................................................ niet getoond
1)
Bij continu gebruik moet het oliepeil iedere 8 uur worden gecontroleerd.
2)
Het luchtfilter moet worden vervangen als de indicator in het rood blijft staan nadat de motor gestopt is
3)
In extreem vuile omstandigheden moeten speciale luchtfilters worden gebruikt.
NA DE EERSTE 100–200 BEDRIJFSUREN
Klepspeling. Controleren ......................................................................... niet getoond
Verstuivers. Opnieuw vastdraaien (50 Nm) ............................................. niet getoond
300 bedrijfsuren gelden voor TAD / TWD 1630 en 1631.
1)
ELKE 50 UUR
●
Brandstofvoorfilter. Water aftappen ............................................................. pagina 36
●
Accu. Elektrolytniveau controleren .............................................................. pagina 39
●
Ontkoppelingslager. Smeren
1)
Geldt voor schakelbare koppeling wanneer er dagelijks meer dan 15–20 koppelingsoperaties worden uit
.
gevoerd
Anders om de 400 uur.
ELKE 6 MAANDEN
●
Koelvloeistoffilter. Vervangen
Het filter dient niet vervangen te worden wanneer koelvloeistof wordt vervangen.
1)
ELKE 50–600 UREN OF TENMINSTE ELKE 12 MAANDEN
●
Motorolie en oliefilter. Vervangen
●
Schakelbare koppeling Smeren ................................................................... pagina 46
●
Schakelbare koppeling Afstellen ................................................................. pagina 46
1)
Vervangingstermijnen kunnen variëren afhankelijk van het zwavelgehalte van de brandstof en de kwaliteit
van de olie.
2)
Elke 200 uur.
moeten door een erkende Volvo Penta-werkplaats
........................................................................ pagina 27
1)
............................................................ pagina 23
1, 2, 3)
.................................................................... pagina 46
1)
................................................................... pagina 34
1)
.............................................................. pagina 28
1)
.
21