Veiligheidsmaatregelen voor bediening en onderhoud
Dagelijkse controlelijst
Maak er een gewoonte van de motor en het motor-
compartiment te bekijken voordat u deze gaat gebrui-
ken (voordat de motor wordt gestart) en na het ge-
bruik (nadat de motor is afgezet). Zo zult u snel
brandstof-, koelvloeistof- of olielekken kunnen ontdek-
ken evenals andere buitengewone dingen die zijn ge-
beurd of staan te gebeuren.
Tanken
Tijdens het tanken bestaat er altijd gevaar voor brand
en explosie. Roken is verboden en de motor moet
worden uitgezet.
Zorg bij het vullen dat de tank niet overvol raakt. Sluit
de vuldop van de brandstoftank goed af.
Gebruik alleen de brandstof die wordt aanbevolen in
de Instructiehandleiding. De verkeerde brandstof kan
problemen veroorzaken tijdens het gebruik van de
motor of zorgen dat deze afslaat. Bij een dieselmotor
kunnen slechte brandstoffen ervoor zorgen dat de
brandstofinspuitpomp vastloopt en dat het motortoe-
rental te hoog oploopt, wat motorschade en persoon-
lijk letsel tot gevolg kan hebben.
Koolmonoxidevergiftiging
Start de motor alleen in een goed geventileerde ruim-
te. Zorg voor een goede ventilatie om uitlaatgassen en
carterventilatiegassen uit de werkruimte te verwijderen
als de motor in een afgesloten ruimte wordt aangezet.
Bediening
Laat de motor niet lopen op plaatsen waar explosieve
materialen of gassen aanwezig zijn. Niet alle elektri-
sche en mechanische onderdelen zijn vonkvrij.
Het is gevaarlijk om te dicht in de buurt van een lo-
pende motor te komen. Loshangende kleding, haar,
vingers of gevallen gereedschap kunnen in de draaien-
de delen van de motor terechtkomen en ernstig per-
soonlijk letsel tot gevolg hebben.
Motoren worden zonder afschermingen geleverd. Voor
de veiligheid van personeel moeten, na de installatie
van de motor, alle draaiende en hete onderdelen (waar
nodig) worden afgeschermd.
Startblokkering
Als er zich geen contactslot op het instrumentenpa-
neel bevindt, moet de motorruimte afsluitbaar zijn om
te voorkomen dat onbevoegden de motor kunnen star-
ten. Als alternatief kan een hoofdschakelaar met start-
blokkering worden gebruikt.
Onderhoud en service
Kennis
De Instructiehandleiding bevat instructies over het
veilig en juist uitvoeren van algemeen onderhoud en
onderhoudswerkzaamheden. Lees deze instructies
zorgvuldig voordat u met de werkzaamheden begint.
Onderhoudsliteratuur over gecompliceerde werkzaam-
heden is verkrijgbaar bij uw Volvo Penta-dealer.
Voer nooit werkzaamheden uit aan de motor, als u
niet zeker weet hoe u het aan moet pakken. Uw Volvo
Penta-dealer zal u hier graag bij helpen.
Motor stoppen
Stop de motor voordat u motorluiken opent of verwij-
dert. Tenzij anders staat aangegeven moet al het on-
derhoud worden uitgevoerd bij stilstaande motor.
Om het per ongeluk starten van de motor te voorko-
men moet de contactsleutel worden verwijderd en
moet de voeding naar de motor met de hoofdschake-
laars worden uitgezet en in de OFF-stand worden ge-
zet, voordat u met werkzaamheden begint. Zet een
waarschuwingsteken bij de plaats van bediening om
aan te geven dat er werkzaamheden aan de motor
worden verricht.
Er bestaan veiligheidsrisico's als u bij een draaiende
motor in de buurt komt of eraan werkt. Loshangende
kleding, haar, vingers of gevallen gereedschap kunnen
in de draaiende delen van de motor terechtkomen en
ernstig persoonlijk letsel tot gevolg hebben. Volvo
Penta raadt aan dat al het onderhoud dat aan een lo-
pende motor moet worden uitgevoerd in een erkende
Volvo Penta-werkplaats plaatsvindt.
Veiligheidsinformatie
3