Bediening
Juiste bediening is de sleutel tot economisch brandstofverbruik en een lange levensduur van de motor. Wacht
altijd tot de motor de normale bedrijfstemperatuur heeft bereikt voordat u hem op volle kracht laat draaien. Vermijd
te snel openen van de gasklep en draaien van de motor met hoge toerentallen.
BELANGRIJK! Er moet een automatische afsluitklep voor de oliedruk en motorkoelvloeistoftemperatuur wor-
den gemonteerd indien de motor zonder toezicht draait en de Volvo Penta instrumentenkast niet wordt ge-
bruikt.
18
Instrumenten controleren
Controleer de instrumenten direct na het starten van de motor en
herhaal deze controle met regelmatige tussenpozen terwijl de motor
draait. De wijzers moeten binnen de groene zone blijven.
Temperatuur van motorkoelvloeistof:75–95°C
Oliedruk, motor op bedrijfstemperatuur: 300–500 kPa. Als de
motor stationair draait, is dit gewoonlijk lager.
BELANGRIJK! Het smeeroliepeil moet minstens iedere acht
uur gecontroleerd worden indien de motor constant draait. Zie
het hoofdstuk "Onderhoud, smeersysteem".
Alarmsignalen en storingsmeldingen
Indien de Volvo Penta-instrumentenkast wordt gebruikt, geldt
het volgende:
●
Als de oliedruk te laag of de motorkoelvloeistoftemperatuur te
hoog is, stopt de motor automatisch en gaat het akoestische
alarm af.
Als het alarm is uitgerust met een alarmseparator, dan gaan de
betreffende waarschuwingslampen ook branden.
●
Indien het motorkoelvloeistofniveau te laag is en de motor is
uitgerust met een motorkoelvloeistofniveauschakelaar, dan stopt
de motor automatisch en gaat het akoestische alarm af. Het
waarschuwingslampje brandt.
●
Indien het laden van de dynamo vermindert, gaat het waarschu-
wingslampje branden.
Zie voor andere toepassingen de Instructiehandleiding van de
betreffende toepassing.
Motortoerentalregeling
Power pack: Het motortoerental (omw/min) wordt afgesteld aan
de hand van de mechanische motortoerentalregelaar (1). Deze
wordt bevestigd op de instrumentenkast.
Andere motoren: Zie de juiste instructiehandleiding.
1
420, 620 VE:
83–95°C
520, 720 GE:
83–95°C
520, 720, 721 VE: 87–102°C