Onderhoud
Aandrijfriemen. Controleren en afstellen
Controle en afstelling moet plaatsvinden nadat de mo-
tor heeft gedraaid en de riemen warm zijn.
Draai de schroeven (A) los alvorens de dynamoriemen
te spannen. U moet de riemen ongeveer 10 mm tus-
sen de poelies kunnen indrukken. Vervang versleten
paarsgewijs werkende riemen altijd tegelijkertijd.
De ventilatorriemen hebben een automatische riem-
spanner en hoeven niet afgesteld te worden. De staat
van de riemen moet echter wel worden gecontroleerd.
Vervang deze indien nodig.
25