Presentatie
Het instructieboek omvat industriële – en generator-
aggregaatmotoren met een cilinderinhoud van 4 tot 16
liter.
De motoren zijn viertakt, 6-cilindrige, rechte dieselmo-
toren met directe brandstofinspuiting (420/520 zijn 4-
cilindrige dieselmotoren). De motoren beschikken
over natte verwisselbare cilindervoeringen (420 is
voeringloos en 620 heeft droge voeringen) en zijn
voorzien van een turbolader. Alle motoren hebben
zuigerkoeling.
De TAD-motoren hebben een luchtgekoelde laad-
luchtkoeler in tegenstelling tot de TWD-motoren die
een watergekoelde laadluchtkoeler hebben.
Voorbeelden van 4- en 5-liter motoren
1.
Laadluchtkoeler
2.
Uitlaatspruitstuk
3.
Turbocompressor
4.
Gesloten carterventilatie
5.
Controlelampje beperkte luchttoevoer
6.
Wisselstroomdynamo
7.
Startmotor
8.
Vliegwielhuis SAE 3
9.
Luchtfilter
10. Brandstofregelaar
11. Elektromagnetische klep motorstop
12. Verwarmingselement koelvloeistof (optioneel)
13. Olievulopening
14. Oliekoeler
15. Expansievat met vuldop
16. Motortransmissie met aftakas
17. Oliefilter
18. Brandstoffilter
20. Radiateur
8
De laadluchtkoeler verlaagt de temperatuur van de
luchtinlaat, Waardoor de cilinders over meer lucht be-
schikken. Hierdoor is er een hoger vermogen mogelijk,
terwijl de temperatuur van de verbranding en uitlaat-
gassen op het juiste peil blijven. Verder wordt de uit-
stoot van stikstofdioxide verminderd.
De motoren zijn uitgerust met een elektrisch startele-
ment. Hierdoor wordt starten eenvoudiger en vermin-
dert uitlaatgassen in koude omstandigheden. Geldt
niet voor de motoren 520/720 (COM1).