94
GEBRUIK
Dagteller 1
TRIP 1
Dagteller 2
TRIP 2
Automatische dagteller
, wordt automatisch
TRIP A
teruggezet, als er na het
uitschakelen van het contact
minstens 6 uur zijn verstreken
en de datum is veranderd.
Menu voor instellingen op-
roepen:
SETUP ENTER
schijnt alleen wanneer het
voertuig stilstaat)
Weergave onder selecteren
De tuimeltoets MENU aan de
onderzijde 2 kort indrukken
om de weergave in de onder-
ste regel van het display 4 te
selecteren.
De volgende waarden kunnen
worden weergegeven:
Actieradius
RANGE
Gemiddeld verbruik
Gemiddeld verbruik
Momenteel brandstofverbruik
CONS C
Buitentemperatuur
(ver-
Dagteller resetten
CONS 1
Gemiddelde waardes resetten
CONS 2
EXTEMP
Koelvloeistoftemperatuur
ENGTMP
Gemiddelde snelheid
SPEED Ø
met bandenspanningscontrole
(RDC)
SU
Bandenspanningscontrole
RDC
Accuspanning
Rijtijd
RDTIME
Datum
DATE
Contact inschakelen.
Dagteller selecteren.
De gewenste dagteller wordt
weergegeven.
Tuimeltoets MENU boven-
aan 1 ingedrukt houden tot
de dagteller 3 is gereset.
Dagteller =
0.0
Contact inschakelen.
Tuimeltoets MENU onder zo
vaak kort indrukken tot het
gewenste gemiddeld verbruik
VOLTGE