186
ONDERHOUD
Bandenspanning achter
2,9 bar (bij koude band)
Als de bandenspanning te laag
is:
Bandenspanning corrigeren.
Bandenprofieldiepte
controleren
WAARSCHUWING
Rijden met sterk versleten
banden
Gevaar voor ongevallen door
verslechterd rijgedrag
Eventueel de banden vóór
het bereiken van de wet-
telijk voorgeschreven mini-
male profieldiepte vervan-
gen.
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Bandenprofieldiepte in de
hoofdprofielgroeven met slij-
tagemarkeringen meten.
Op elke band zijn slijtage-
markeringen in de hoofd-
profielgroeven geïntegreerd.
Indien de slijtagemarkeringen
zichtbaar zijn, is de band volle-
dig versleten. De posities van
de slijtagemarkeringen zijn op
de zijkant van de band aange-
geven, bijv. door de letters TI,
TWI of door een pijl.
Als de minimale profieldiepte is
bereikt:
Betreffende band(en) vervan-
gen.
VELGEN
Velgen controleren
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Velgen visueel op defecten
controleren.
Beschadigde velgen door een
vakwerkplaats laten contro-
leren en eventueel laten ver-
vangen, bij voorkeur door een
BMW Motorrad Partner.
WIELEN
Invloed van de wielmaten op
het rijwielregelsysteem
De wielmaten spelen bij onder-
stelregelsystemen zoals DTC
een belangrijke rol. Met name
de diameter en breedte van de
wielen zijn als basis voor alle
noodzakelijke berekeningen in
de regeleenheid opgeslagen.
Een wijziging van deze maten
door de ombouw naar andere
dan de standaard gemonteerde
wielen kan ernstige gevolgen
voor het regelkarakter van deze
systemen hebben.