1
T
1
1...3 PTC sensors
2
Digitale ingang en analoge ingang. Stel het type analoge ingang in op V (volt) in parametergroep
12 Standaard AI. Definieer het type temperatuursensor, de signaalbron, enz. met de parameters 35.11.
tot 35.24. Selecteer voor het type sensor: PTC AI/DI Voltage Divider tree. Zorg ervoor dat de digitale ingang
niet wordt geconfigureerd voor een ander gebruik door parameters.
3
10 V Referentiespanning
AI1 en AI2 als Pt100, Pt1000, Ni1000, KTY83 en KTY84 sensor-ingangen
WAARSCHUWING!
IEC 60664 en IEC 61800-5-1 vereisen een dubbele of versterkte isolatie tussen
onder spanning staande delen en toegankelijke delen wanneer:
•
de toegankelijke delen niet geleidend zijn, of
•
de toegankelijke delen zijn geleidend, maar niet verbonden met de
beschermende aarde.
Houd u aan deze eis wanneer u de aansluiting van de motortemperatuursensor
op de omvormer plant.
Als de motortemperatuursensor een versterkte isolatie heeft ten opzichte van de
motorwikkelingen, kunt u deze rechtstreeks op de IO-interface van de omvormer aansluiten.
Dit hoofdstuk toont de aansluiting. Als de sensor geen versterkte isolatie heeft, moet u een
ander type om aan de veiligheidseisen te voldoen. Zie
motortemperatuur-sensor aansluiting (pagina
U kunt temperatuursensoren (één, twee of drie Pt100-sensoren; één, twee of drie
Pt1000-sensoren; of één Ni1000, KTY83 of KTY84) aansluiten tussen een analoge ingang
en uitgang zoals hieronder afgebeeld. Laat het sensoreinde van de kabelafscherming niet
aangesloten.
Zie de handleiding van de firmware voor informatie over de desbetreffende thermische
beveiligingsfunctie van de motor.
1
T
T
T
49).
T
T
Elektrische installatie – Noord-Amerika 87
DIn
AIn
+10 V
DGND
DCOM
Implementeren van een
AIn
AGND
AOn
AGND
2
3
11
2
3