16 Veiligheidsvoorschriften
•
Zorg dat het elektrisch vermogensnetwerk, motor/generator en de omgevingscondities
overeenkomen met de omvormer-gegevens.
•
Voer geen isolatietesten of spanningstesten uit op de omvormer.
Opmerking:
•
De motorkabelklemmen op de omvormer staan onder een gevaarlijk hoge spanning als
de netspanning is ingeschakeld, ongeacht of de motor draait of niet.
•
Wanneer de voedingsspanning aan is, staat de DC-bus van de omvormer onder een
gevaarlijk hoge spanning.
Indien remchopper en weerstand gebruikt worden, staan deze ook onder een gevaarlijk
hoge spanning.
•
Externe bedrading kan gevaarlijke spanningen zetten op de relaisuitgangen van de
besturingsunits van de omvormer.
•
De Safe torque off functie verwijdert de spanning van de hoofd- en hulpcircuits niet. De
functie werkt niet tegen opzettelijke sabotage of misbruik.
Printkaarten
WAARSCHUWING!
Gebruik een aardings-polsbandje wanneer u printed circuit boards hanteert. Raak
de kaarten niet onnodig aan. De boards bevatten onderdelen die gevoelig zijn
voor elektrostatische ontlading.
■
Aarding
Deze instructies gelden voor alle personen die verantwoordelijk zijn voor de aarding van
de omvormer.
WAARSCHUWING!
Volg deze instructies. Indien u ze negeert, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk
letsel of slecht functioneren van de apparatuur, en de elektromagnetische
interferentie kan toenemen.
Als u geen gekwalificeerd elektricien bent, mag u geen aardingswerkzaamheden
verrichten.
•
Aard de omvormer, de motor en bijbehorende apparatuur altijd. Dit is noodzakelijk voor
de veiligheid van het personeel. Een goede aarding vermindert ook de
elektromagnetische emissie en interferentie.
•
Zorg er voor dat de conductiviteit van de aardgeleiders (PE) voldoende is. Zie de
elektrische planning instructies van de omvormer. Voldoe aan de plaatselijke regelgeving.
•
Sluit de voedingskabelafschermingen aan op de veiligheidsaarde (PE) van de omvormer
om de veiligheid van het personeel zeker te stellen.
•
Aard de vermogens- en besturingskabelafschermingen over 360° bij de kabelingangen
om elektromagnetische verstoringen te onderdrukken.
•
Bij installaties van meerdere omvormers sluit u elke omvormer afzonderlijk aan op de
veiligheidsaarde (PE)-busbar van de voeding.
Opmerking:
•
U kunt vermogenskabelafschermingen alleen gebruiken als aardgeleiders wanneer de
conductiviteit ervan voldoende is.
•
Aangezien de normale aanraakstroom van de omvormer hoger is dan 3,5 mA AC of
10 mA DC, moet u een vaste aarding (PE) gebruiken. De minimumafmetingen van de