Download Print deze pagina
ABB ACS480 Snelle-Installatiegids
Verberg thumbnails Zie ook voor ACS480:

Advertenties

ABB GENERAL PURPOSE DRIVES
ACS480 omvormers
Snelle installatie- en opstartgids
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING! Volg deze instructies. Als u ze negeert, kan dit
leiden tot ernstig of dodelijk letsel of schade aan de apparatuur. Als u
geen gekwalificeerd elektrotechnicus bent, mag u geen elektrisch
installatie- of onderhoudswerk verrichten.
Voer geen werkzaamheden uit aan de omvormer, de motorkabel, de motor of
de besturingskabels als de omvormer is aangesloten op de ingangsspanning.
Voordat u met het werk begint, moet u de omvormer isoleren van alle gevaar-
lijke spanningsbronnen en u ervan vergewissen dat het veilig is om met het
werk te beginnen. Wacht altijd 5 minuten na het loskoppelen van de ingangs-
spanning om de condensatoren van het tussencircuit te laten ontladen.
Werk niet aan de omvormer als er een permanente-magneetmotor op
aangesloten is. Een draaiende permanente-magneetmotor zet spanning op
de omvormer, ook op de ingangs- en uitgangsklemmen.
1. Uitpakken van de levering
Houd de omvormer in de verpakking totdat u deze installeert. Bescherm de
omvormer na het uitpakken tegen stof, afvalresten en vocht.
Zorg dat deze items aanwezig zijn:
omvormer
assistent-bedieningspaneel
opties, indien besteld
RIIO-01 I/O-& EIA-485 modules. Opmerking: Indien een veldbusadapter is
besteld, vervangt dit de RIIO-01 module van de standaard levering.
montagesjabloon (alleen frames R3 en R4)
installatietoebehoren (kabelklemmen, enz.)
meertalige waarschuwing-stickervel (waarschuwing tegen restspanning)
veiligheidsinstructies
snelle installatie- en opstartgids
Handleidingen voor hardware en firmware, indien besteld.
Controleer dat er geen tekenen van beschadiging zijn de items.
2. Formeer de condensatoren
Als de omvormer een jaar of langer uit heeft gestaan moeten de DC-linkconden-
satoren opnieuw geformeerd worden. De fabricagedatum staat op het typepla-
atje. Lees ook
Capacitor reforming instructions (3BFE64059629
3. Selecteer de kabels en zekeringen
Kies de vermogenskabels. Voldoe aan de plaatselijke regelgeving.
Ingangsvoedingskabel: ABB raadt aan om symmetrisch afgeschermde
kabel (VFD-kabel) te gebruiken voor de beste EMC-prestaties.
Motorkabel: Gebruik symmetrisch afgeschermde kabel (VFD-kabel) voor
de beste EMC-prestaties. Symmetrisch afgeschermde kabel vermindert
ook de lagerstromen, de slijtage en de spanning op de motorisolatie.
Type voedingskabel: In IEC-installaties, koperen of aluminium kabels gebrui-
ken (indien toegestaan). Gebruik in UL-installaties uitsluitend koperen kabels.
Stroomsterkte: max. belastingstroom.
Spanningsbereik: min. 600 V AC.
Temperatuurbereik: In IEC-installaties, kies een kabel die geschikt is voor
ten minste 70 °C maximaal toelaatbare temperatuur van de geleider bij
continu gebruik. In UL-installaties moet een kabel worden gekozen die
geschikt is voor ten minste 75 °C.
Afmetingen: Raadpleeg
Zekeringen en typische voedingskabelafmetin-
gen
voor de typische kabelafmetingen en
Klemgegevens voor de vermo-
genskabels
voor de maximale kabelafmetingen.
Selecteer de besturingskabels. Gebruik een dubbel afgeschermde kabel met
getwiste paren voor analoge signalen. Gebruik dubbel afgeschermde of
enkel afgeschermde kabel voor de digitale, relais- en I/O-signalen. Laat
24V- en 115/230V-signalen niet in dezelfde kabel lopen.
Beveilig de omvormer en de ingangsvoedingskabel met de juiste zekeringen.
Raadpleeg
Zekeringen en typische
voedingskabelafmetingen.
4. Controleer het installatiegebied
De omvormer is bedoeld voor installatie in een kast en heeft
beschermingsklasse IP20 / UL open type.
Onderzoek de plaats waar u de omvormer zult installeren. Zorg er voor dat:
De installatieplaats is voldoende geventileerde en hete lucht recirculeert niet.
Er moet voldoende vrije ruimte rondom de omvormer zijn voor koeling,
onderhoud en bediening. Raadpleeg
Eisen aan de vrije ruimte
minimumvereisten voor vrije ruimte.
De omgevingscondities moeten overeenkomen met de eisen. Raadpleeg
Omgevingsomstandigheden.
De wand moet zo verticaal mogelijk zijn en stevig genoeg zijn om de
omvormer te kunnen dragen. Raadpleeg
Afmetingen en
Het installatieoppervlak, de vloer en materialen in de buurt van de omvormer
mogen niet brandbaar zijn.
Er zijn in de buurt van de omvormer geen bronnen van sterke magnetische
velden zijn, zoals geleiders met hoge stroom en enkele kern of contactor-
spoelen. Een sterk magnetisch veld kan interferentie veroorzaken bij de wer-
king van de omvormer.
5. Installeren van de omvormer
U kunt de omvormer met schroeven of op een DIN-rail monteren (Top Hat, B x H
= 35 × 7,5 mm).
Installeer R0 omvormers verticaal. R0 omvormers hebben geen koelventilator.
U kunt omvormers met framemaat R1...R4 maximaal 90 graden gekanteld
installeren, van verticaal naar volledig horizontaal gericht.
Installeer de omvormer niet ondersteboven.
U kunt meerdere omvormers naast elkaar installeren.
Installeren van de omvormer met schroeven
1. Zet markeringen op het oppervlak
voor de montagegaten. Raadpleeg
Afmetingen en
gewichten. Gebruik het
meegeleverde montagesjabloon voor
frames R3 en R4.
2. Boor de gaten voor de montageschroe-
ven. Installeer zo nodig geschikte plug-
gen of ankers in de gaten.
3. Installeer de montageschroeven in de
gaten. Laat een spleet tussen de
schroefkop en het montageoppervlak.
4. Plaats de omvormer op de
montageschroeven.
5. Draai de montageschroeven vast.
Installeren van de omvormer op een DIN-rail
1. Beweeg het vergrendelingsdeel naar
links. Gebruik indien nodig een platte
schroevendraaier.
2. Druk en houd de vergrendelingsknop
ingedrukt.
3. Plaats de bovenste lipjes van de omvormer
op de bovenste rand van de DIN-rail.
4. Plaats de omvormer tegen de onderrand
van de DIN-rail.
5. Laat de vergrendelingsknop los.
6. Beweeg het vergrendelingsdeel naar
rechts.
7. Controleer dat de omvormer correct is
geïnstalleerd.
Om de omvormer te verwijderen, opent u het
vergrendelingsgedeelte en trekt u de
omvormer van de DIN-rail.
6. Meet de isolatieweerstand
Omvormer: Voer geen spanningstolerantie- of isolatieweerstandsmetingen uit
op de omvormer, omdat dit schade aan de omvormer kan veroorzaken.
Ingangsvoedingskabel: Meet, vóórdat u de voedingskabel aansluit, de isolatie
van de voedingskabel. Voldoe aan de plaatselijke regelgeving.
Motor en motorkabel:
1. Controleer dat de motorkabel aangesloten is op de motor en losgekoppeld is
van de uitgangsklemmen T1/U, T2/V en T3/W van de omvormer.
2. Gebruik een spanning van 1000 V DC om
de isolatieweerstand te meten tussen
elke fasegeleider en de aardegeleider. De
isolatieweerstand van een ABB-motor moet
meer zijn dan 100 Mohm (bij 25 °C [77 °F]).
Voor de isolatieweerstand van andere
motoren moet u de documentatie van de
fabrikant raadplegen. Vocht in de motor
verlaagt de isolatieweerstand. Als u
vermoedt dat er vocht in de motor zit, droogt u de motor en voert u de
metingen opnieuw uit.
7. Zorg ervoor dat de omvormer compatibel is met het
aardesysteem
U kunt alle omvormertypes aansluiten op een symmetrisch geaard TN-S systeem
(middengeaard wye). De omvormer wordt geleverd met de EMC- en VAR-schroe-
ven gemonteerd. Het materiaal van de schroeven (kunststof of metaal) is afhan-
kelijk van de productvariant. De tabel laat zien wanneer de metalen EMC-schroef
(uitschakelen van het interne EMC-filter) of de metalen VAR-schroef (uitschake-
len van het varistorcircuit) verwijderd moet worden.
Schroef-
Fabrieks-
label
standaard
materiaal schroef
EMC
Metaal
1)
Plastic
VAR
Metaal
Plastic
1) UL (NEC) types hebben een kunststof EMC-schroef.
2) Kan de metalen schroef (meegeleverd met de omvormer) installeren om het interne EMC-
filter aan te sluiten.
8. Sluit de vermogenskabels aan
[Engels]).
Aansluitschema (afgeschermde kabels)
ACS480
L1
L2
PE
3
2
L1
L2
PE
(L)
(N)
1. Ontkoppelinrichting
2. Twee beschermende aardegeleiders. De veiligheidsnorm IEC/EN 61800-5-1
vereist twee PE-geleiders, indien de doorsnede van de PE-geleider kleiner is
2
dan 10 mm
Cu of 16 mm
kabel gebruiken als aanvulling op de vierde geleider.
3. Gebruik een aparte aardekabel of een kabel met een aparte PE-geleider voor
de lijnzijde, als het geleidingsvermogen van de vierde geleider of de
afscherming niet voldoet aan de vereisten voor de PE-geleider.
4. Gebruik een aparte aardekabel voor de motorzijde, als het geleidingsvermo-
gen van de afscherming niet voldoende is, of als er geen symmetrisch gecon-
strueerde PE-geleider in de kabel aanwezig is.
voor de
5. 360 graden aarding van de kabelafscherming is vereist voor de motorkabel
en de kabel van de remweerstand (indien gebruikt). Dit wordt ook
aanbevolen voor de ingangsvoedingskabel.
6. Remweerstand en weerstandskabel (optioneel).
gewichten.
Aansluitprocedure (afgeschermde kabels)
Kijk op
Klemgegevens voor de vermogenskabels
1. Draai de schroeven van het voorpaneel
los. Til het voorpaneel omhoog.
2. Bevestig de waarschuwingssticker tegen
restspanning in de plaatselijke taal op de
omvormer.
3. Strip de motorkabel.
4. Aard de motorkabelafscherming onder
de aardklem.
5. Draai de motorkabelafscherming in een
bundel bij elkaar, markeer deze en sluit
aan op de aardklem.
M 1
U1
V1
ohm
W1
U1-PE, V1-PE, W1-PE
Aardesystemen
Symmetrisch
Corner grounded
IT-systemen (niet
geaarde TN-S-
delta en midpoint-
geaard of met hoge
systemen (centrale
grounded delta en
weerstand geaard)
aarde-wye)
TT-systemen
Niet verwijderen
Verwijderen
Verwijderen
2)
Niet verwijderen
Niet verwijderen
Niet verwijderen
Niet verwijderen
Niet verwijderen
Verwijderen
Niet verwijderen
Niet verwijderen
Niet verwijderen
T1/
T2/
T3/
R+
L3
R-
UDC-
UDC+
U
V
W
5
6
V1
U1
W1
M
PE
3
1
L3
2
Al. U kunt bijvoorbeeld de afscherming van de
voor de aanhaalmomenten.
6. Sluit de fasegeleiders van de motor kabel
aan op de T1/U, T2/V en T3/W klemmen.
7. Indien gebruikt, sluit u de kabel van de
remweerstand aan op de klemmen R- en
UDC+. Gebruik een afgeschermde kabel en
aard de afscherming onder de aardklem.
8. Zorg ervoor dat de schroeven van de R- en
UDC+ aansluitingen zijn vastgedraaid.
Doe deze stap ook als u geen kabels
aansluit op de aansluitklemmen.
9. Strip de voedingskabel.
10. Als de ingangskabel een afscherming
heeft, aardt u de afscherming onder
de aardklem. Draai vervolgens de
afscherming in een bundel, markeer deze
en sluit deze aan op de aardklem.
11. Sluit de PE-geleiders van de voedingskabel
aan op de aardklem. Gebruik indien nodig
een tweede PE-geleider.
12. Bij driefasige omvormers sluit u de fasegeleiders van de ingangskabel aan op
de klemmen L1, L2 en L3. In 1-fasige omvormers, sluit u de fase- en nulleiders
aan op de klemmen L1 en L2.
13. Maak de kabels mechanisch vast aan de buitenkant van de omvormer.
9. Installeer de communicatie-module
Om de communicatie-module (I/O-module of
veldbus-module) te installeren:
1. Trek het vergrendelingslipje van de
communicatiemodule naar buiten.
2. Plaats de communicatie-module contacten
in lijn met de contacten op de omvormer.
Duw de module voorzichtig op zijn plaats.
3. Druk op het vergrendelingslipje van de
communicatiemodule.
4. Draai de vergrendelingsschroef vast om
de communicatie-module goed te
bevestigen en elektrisch te aarden.
10. Sluit de besturingskabels aan
Maak de aansluitingen volgens de applicatiemacro die u selecteert. De ABB-
standaardmacro is de standaardmacro. Houd de signaalkabelparen getwist tot
zo dicht mogelijk bij de klemmen om inductieve koppeling te voorkomen. Het
aanhaalmoment voor de klemverbindingen is 0,5 ... 0,6 N-m (4,4 ... 5,3 lbf-in).
1. Strip een deel van de buitenste afscher-
M
ming van de besturingskabel voor aarding.
3~
2. Gebruik een kabelbinder om de buitenste
afscherming aan de aardingstab te aarden.
PE
3. Strip de besturingskabel-geleiders.
4. Sluit de geleiders aan op de juiste
besturingsklemmen.
5. Sluit de afschermingen van de getwiste
paren en aarddraden aan op de SCR-klem.
6. Maak de besturingskabels mechanisch
vast aan de buitenkant van de omvormer.
Standaard I/O-aansluitingen (ABB-standaardmacro)
Aansluitklem
Beschrijving
Referentiespanning en analoge I/O
1 ... 10 kohm
1
SCR
Afscherming signaalkabel (schild)
2
AI1
Uitgangs-frequentie-/toerentalreferentie: 0 ... 10 V
3
AGND Gemeenschappelijke aarde analoge ingangen
4
+10 V Referentiespanning 10 V DC
5
AI2
Niet geconfigureerd
6
AGND Gemeenschappelijke aarde analoge ingangen
7
AO1
Uitgangsfrequentie: 0 ... 20 mA
8
AO2
Uitgangsstroom: 0 ... 20 mA
9
AGND Gemeenschappelijke aarde analoge uitgangen
Max. 500 ohm
Hulpspanningsuitgang en programmeerbare digitale ingangen
10
+24 V Hulpspanningsuitgang +24 V DC, max. 250 mA
11
DGND Gemeenschappelijke aarde hulpspanningsuitgang
12
DCOM Gemeenschappelijke aarde voor alle digitale ingangen
13
DI1
Stop (0)/Start (1)
14
DI2
Voorwaarts (0)/Achterwaarts (1)
15
DI3
Constante frequentie/toerental selectie
16
DI4
Constante frequentie/toerental selectie
17
DI5
Hellingset 1 (0)/Hellingset 2 (1)
18
DI6
Niet geconfigureerd
Relaisuitgangen
19
RO1C
20
RO1A
21
RO1B
22
RO2C
23
RO2A
24
RO2B
25
RO3C
26
RO3A
4
27
RO3B
Safe torque off
34
SGND Safe torque off (STO). Beide circuits moeten gesloten zijn
voordat de omvormer kan starten. De tekening toont de
35
IN1
vereenvoudigde aansluiting van een veiligheidscircuit via
36
IN2
veiligheidscontacten. Als STO niet wordt gebruikt, laat u
37
OUT1
de in de fabriek geïnstalleerde jumpers op hun plaats. Zie
ook de sectie
1) × = op basiseenheid, leeg = op RIIO-01 I/O-uitbreidingsmodule
Geïntegreerde veldbusaansluiting
U kunt de omvormer aansluiten op een EIA-485 seriële communicatieverbinding
via de geïntegreerde veldbusinterface op de RIIO-01-module. De geïntegreerde
veldbusinterface ondersteunt het Modbus RTU protocol.
Om de Modbus RTU-communicatie met de geïntegreerde veldbus te configureren:
1. Sluit de veldbuskabel aan en de vereiste I/O-signalen.
2. Gebruik de afsluitschakelaar om de juiste afsluiting in te stellen instellingen.
3. Schakel de omvormer in en stel de nodige parameters in.
Hieronder wordt een aansluitvoorbeeld getoond.
4)
ON
ON
G
R
-
+
1
1
1)
Afsluiting AAN
Afsluiting en BIAS UIT
Automatise-
Omvormer
ringscontroller
1) De apparaten aan beide uiteinden van de veldbus moeten de afsluiting ingesteld hebben
op ON. Alle andere apparaten moeten de afsluiter instelling op UIT hebben staan.
2) Eén apparaat moet de bias aan hebben. Het verdient aanbeveling dat dit apparaat zich aan
het einde van de veldbus bevindt.
3) Bevestig de kabelafschermingen aan elke omvormer, maar sluit ze niet aan op de omvormer.
Sluit de afschermingen alleen aan op de aardklem in de automatiseringscontroller.
4) Verbind de signaalmassa (DGND) met de signaalaarde-referentieklem van de
automatiseringscontroller. Als de automatiseringscontroller geen signaalaarde-
referentieklem heeft, kunt u de signaalaarde via een weerstand van 100 ohm op de
kabelafschermingen aansluiten, bij voorkeur in de buurt van de controller.
1
2
3
4
1)
Gereed voor bedrijf
250 V AC / 30 V DC
2 A
In bedrijf
250 V AC / 30 V DC
2 A
Fout (-1)
250 V AC / 30 V DC
2 A
Safe torque off (STO)
.
3)
ON
ON
ON
ON
1
1
1
1
1) 2)
Afsluiting en BIAS UIT
Afsluiting en BIAS ON
Omvormer
Omvormer

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor ABB ACS480

  • Pagina 1 Motor en motorkabel: WAARSCHUWING! Volg deze instructies. Als u ze negeert, kan dit Maak de aansluitingen volgens de applicatiemacro die u selecteert. De ABB- leiden tot ernstig of dodelijk letsel of schade aan de apparatuur. Als u 1. Controleer dat de motorkabel aangesloten is op de motor en losgekoppeld is standaardmacro is de standaardmacro.
  • Pagina 2 Configuratiefout I/O-uitbreiding. I/O-module is niet geïnstalleerd in 018A-4 014A-4 OFAF000H32 170M2698 JJS/TJS25 3×6 + 6 De omvormer STO is een type A veiligheidscomponent zoals gedefinieerd in omvormer of ABB beperkte macro is niet geselecteerd. 026A-4 021A-4 OFAF000H50 170M2699 JJS/TJS35 3×6 + 6 IEC 61508-2.