Als u externe besturingscircuits of optiemodules van stroom wilt voorzien:
1. Sluit de belasting aan op de hulpenergie-uitgang van de basiseenheid of op de
RIIO-01-module (+24V en DGND-klemmen).
2. Zorg ervoor dat u de maximale belasting van de uitgang of de som van de
belastingscapaciteit van beide uitgangen niet wordt overschreden.
Als u een externe hulpvoeding op de omvormer wilt aansluiten:
1. Installeer een BAPO-01 vermogensuitbreidingsmodule op de omvormer. Zie
Installatieopties (pagina
2. Sluit een externe voeding aan op de +24V en DGND aansluitingen van het basiseenheid.
Voor meer informatie over de BAPO-01 module, zie
hulpspannings-uitbreidingsmodule (pagina
DI1
DI2
S1
S2
Aansluiten van een PC
Er zijn twee alternatieven om een PC op de omvormer aan te sluiten:
•
Als u een ACS-AP-... assistent-bedieningspaneel op de omvormer hebt aangesloten,
sluit u de pc daar op aan. Gebruik een USB type A - USB type Mini-B kabel om de pc
aan te sluiten. De maximaal toegestane lengte van de kabel is 3 m (9,8 ft).
•
Als u een RDUM-01 blanco paneel, of CDPI-02 paneel-busadapter hebt, sluit de pc
dan hier op aan. Gebruik een BCBL-01 USB naar RJ45-converter.
Installatieopties
De omvormer heeft twee optiemodule-slots:
•
Frontoptie: Communicatiemodule-slot onder het voorpaneel.
•
Zijoptie: Multifunctie uitbreidingsmodule-slot aan de zijkant van de omvormer.
Raadpleeg ook de handleiding van de veldbusmodule voor de installatie-instructies. Zie
voor andere optiemodules:
•
BAPO--01 hulpspannings-uitbreidingsmodule (pagina 169)
•
BIO-01 I/O-uitbreidingsmodule (pagina 173)
•
BREL-01 relaisuitgang-uitbreidingsmodule (pagina
69).
169).
RC
RA
RB
Elektrische installatie – IEC 69
BAPO--01
177).
11