Inspectie/onderhoud
7
Inspectie-/onderhoudswerkzaamheden aan de reductor
Olie controleren
via olieaftap-
schroef
Olie verversen via
olieaftapschroef en
ontluchtingsventiel
92
Ga als volgt te werk om de olie van de reductor te controleren:
1. Let op de aanwijzingen in het hoofdstuk "Voorbereiding van inspectie-/onder-
houdswerkzaamheden aan de reductor" (Æ pag. 81).
2. Bepaal de positie van de olieaftapschroef aan de hand van de bouwvormbladen. Zie
hoofdstuk "Bouwvormen" (Æ pag. 106).
3. Tap wat olie af bij de olieaftapschroef.
4. Controleer de oliekwaliteit.
– Viscositeit
– Als de olie visueel sterke verontreiniging vertoont, adviseren wij u de olie buiten
de onder "Inspectie- en onderhoudsintervallen" (Æ pag. 82) vermelde onder-
houdsintervallen te verversen.
5. Controleer het oliepeil.
WAARSCHUWING!
Verbrandingsgevaar door hete reductor en hete reductorolie.
Zwaar letsel.
•
Laat de reductor voor de werkzaamheden afkoelen!
•
De reductor moet echter nog warm zijn, omdat de dikvloeibaarheid van te koude olie
het correcte aftappen bemoeilijkt.
1. Let op de aanwijzingen in hoofdstuk "Voorbereiding van inspectie-/onderhoudswerk-
zaamheden aan de reductor" (Æ pag. 81).
2. Bepaal de posities van de olieaftapschroef, de oliepeilschroef en het ontluchtings-
ventiel aan de hand van de bouwvormbladen. Zie hoofdstuk "Bouwvormen"
(Æ pag. 105).
3. Plaats een vat onder de olieaftapschroef.
4. Verwijder de oliepeilschroef, het ontluchtingsventiel en de olieaftapschroef.
5. Tap de olie volledig af.
6. Draai de olieaftapschroef er weer in.
7. Vul nieuwe olie van dezelfde soort bij via de ontluchtingsboring (anders klantenser-
vice raadplegen). Het is niet toegestaan verschillende synthetische smeermiddelen
te mengen.
– Vul de oliehoeveelheid overeenkomstig de gegevens op het typeplaatje bij.
– Controleer het oliepeil bij de oliepeilschroef.
8. Draai de oliepeilschroef en het ontluchtingsventiel er weer in.
Technische handleiding – Explosiebeveiligde typeseries R..7, F..7, K..7, S..7, SPIROPLAN
®
W