5.3.5
Lakken van de reductor
VOORZICHTIG!
Ontluchtingsventielen en askeerringen kunnen bij het lakken of bijwerken beschadigd
raken.
Mogelijke materiële schade.
•
•
5.4
Reductor met volle as
5.4.1
Aanwijzingen voor de montage
AANWIJZING VOOR DE EXPLOSIEBEVEILIGING
Er mogen alleen aandrijf- en overbrengingscomponenten met een ATEX-toelating
worden gebruikt, mits zij onder de richtlijn 94/9/EG vallen.
•
AANWIJZING VOOR DE EXPLOSIEBEVEILIGING
Gebruik alleen riemen met voldoende elektrische weerstand < 10
•
•
AANWIJZING
De montage is eenvoudiger als het overbrengingscomponent vooraf met een glijmiddel
ingesmeerd of kortstondig verwarmd wordt (tot 80 ... 100 °C).
Technische handleiding – Explosiebeveiligde typeseries R..7, F..7, K..7, S..7, SPIROPLAN
Plak de ontluchtingsventielen en beschermlippen van de askeerringen voor het
lakken zorgvuldig af.
Verwijder het afplakband na het lakken.
Monteer de aandrijf- en overbrengingscomponenten alleen met een optrekhulpstuk.
Gebruik bij het aanbrengen de in het aseinde aanwezige centreerboring met
schroefdraad.
Zij moeten voldoen aan de eisen volgens IEC 60695-11-10, categorie FV-0.
Gemonteerde overbrengingscomponenten moeten gebalanceerd zijn en mogen
geen ontoelaatbare radiale of axiale krachten veroorzaken (zie voor de toegestane
waarden de catalogus "Motorreductoren" of "Explosiebeveiligde aandrijvingen").
Mechanische installatie
Reductor met volle as
®
W
9
Ê.
5
29