Inspectie/onderhoud
7
Inspectie-/onderhoudswerkzaamheden aan de reductor
7.7.2
Rechte, vlakke, kegelwiel- en wormwielreductor met oliepeilschroef
Oliepeil contro-
leren met de
oliepeilschroef
90
VOORZICHTIG!
De gecombineerde reductor van de serie
•
R../R.. in de bouwvormen M1 en M2
•
S../R.. in de bouwvorm M3
hebben een verhoogd oliepeil, om voor voldoende smering te zorgen. Om deze reden
mogen de aangebrachte oliepeilschroeven niet gebruikt worden. Overleg in dit geval
altijd met Vector Aandrijftechniek!
Ga als volgt te werk om het oliepeil van de reductor te controleren:
•
Let op de aanwijzingen in hoofdstuk "Voorbereiding van inspectie-/onderhoudswerk-
zaamheden aan de reductor" (Æ pag. 81).
•
Bepaal de posities van de oliepeilschroef en het ontluchtingsventiel aan de hand van
de bouwvormbladen. Zie hoofdstuk "Bouwvormen" (Æ pag. 105).
•
Plaats een vat onder de oliepeilschroef.
•
Draai de oliepeilschroef er langzaam uit. Hierbij kunnen kleine hoeveelheden olie
uittreden.
•
Controleer het oliepeil met de peilstok (1) die met de technische handleiding wordt
meegeleverd bij de oliepeilboring (3).
•
Let er bij het meten op, dat de hulpbeugel (2) van de oliepeilstok (1) altijd verticaal
naar boven wijst (zie volgende afbeelding).
max.
X
min.
min. = max _ X
Maximale vulhoogte (max.): onderkant van de oliepeilboring (3).
Minimale vulhoogte (min.): maximale vulhoogte (max.) verminderd met de waarde
"x" (zie volgende tabel), die afhangt van de diameter (á) van de oliepeilboring (3).
Technische handleiding – Explosiebeveiligde typeseries R..7, F..7, K..7, S..7, SPIROPLAN
3
1
Ø
2
90°
18634635
®
W