Mechanische installatie
5
Reductor met volle as
5.4.2
Monteren van aandrijf- en overbrengingscomponenten
Montage met
optrekhulpstuk
30
VOORZICHTIG!
Door ondeskundige montage kunnen het lager, de behuizing of de assen beschadigd
raken.
Mogelijke materiële schade!
•
Aandrijf- en overbrengingscomponenten alleen met een optrekhulpstuk monteren.
De in het aseinde aanwezige centreerboring met schroefdraad gebruiken voor het
aanbrengen.
•
Riemschijven, koppelingen, rondsels etc. in geen geval met hamerslagen op het
aseinde monteren.
•
Bij het monteren van riemschijven de juiste riemspanning volgens opgave van de
fabrikant in acht nemen.
•
Gemonteerde overbrengingscomponenten moeten gebalanceerd zijn en mogen
geen ontoelaatbare radiale of axiale krachten veroorzaken (voor toegestane
waarden, zie catalogus "Motorreductoren" of "Explosiebeveiligde aandrijvingen").
De volgende afbeelding laat een optrekhulpstuk zien voor het monteren van koppe-
lingen of naven op reductor- of motoraseinden. Als de bout probleemloos kan worden
aangehaald, kan het axiale lager op het optrekhulpstuk evt. achterwege blijven.
[1]
[3]
[1] Aseinde van de reductor
[2] Axiaal lager
[3] Koppelingsnaaf
Technische handleiding – Explosiebeveiligde typeseries R..7, F..7, K..7, S..7, SPIROPLAN
[2]
211368587
®
W