Advertenties
Opmerking: Als standaard bevat de omvormer condensatoren die tussen het
hoofdcircuit en het frame zijn verbonden. Deze condensatoren en lange motorkabels
verhogen de lekstromen naar de aarde en kunnen storingen ontstaan in overige
apparaten.
Implementeren van de noodstopfunctie
Om veiligheidsredenen moet u bij elk besturingspaneel en andere besturingsstations
waar een noodstop nodig kan zijn, een noodstopvoorziening installeren. Installeer de
noodstop volgens de geldende normen.
Opmerking: U kunt de Safe torque off functie van de omvormer gebruiken om de
Noodstopfunctie te implementeren.
Implementeren van de Safe torque off functie
Zie
De Safe torque off functie ([Page]
Implementeren van de functie 'Werking bij korte
spanningsuitval'
Als de inkomende voedingsspanning wordt onderbroken, zal de omvormer blijven
werken door gebruik te maken van de kinetische energie van de draaiende motor. De
omvormer zal volledig operationeel zijn zolang de motor draait en energie opwekt
voor de omvormer.
Als u de omvormer uitrust met een hoofdmagneetschakelaar of onderbreker, zorg er
dan voor dat deze de ingangsspanning van de omvormer herstelt na een korte
onderbreking. De magneetschakelaar moet ofwel na de onderbreking automatisch
weer worden ingeschakeld, ofwel tijdens de onderbreking gesloten blijven. Afhankelijk
van het ontwerp van het besturingscircuit van de magneetschakelaar kan dit een extra
wachtcircuit, een ononderbroken hulpvoeding of een buffervoorziening voor de
hulpvoeding vereisen.
Opmerking: Als het vermogensverlies zo lang duurt dat de omvormer onder spanning
komt te staan, er een foutreset en een nieuwe startopdracht nodig is om het bedrijf
voort te zetten.
Implementeer de functie 'Werking bij korte spanningsuitval' als volgt:
1.
Het inschakelen van de functie 'Werking bij korte spanningsuitval' van de omvormer
(parameters 30.31).
2.
Als de installatie is uitgerust met een hoofdmagneetschakelaar, moet worden
voorkomen dat deze bij de ingangsstroomonderbreking uitschakelt. Gebruik
bijvoorbeeld een tijdvertragingsrelais (hold) in het besturingscircuit van de
magneetschakelaar.
3.
Schakel de automatische herstart van de motor in na een korte
stroomonderbreking:
•
Stel de startmodus in op automatisch (parameter 21.01 of 21.19, afhankelijk
van de gebruikte motorbesturingsmodus).
•
Definieer de automatische herstarttijd (parameter 21.18).
Richtlijnen voor de planning van de elektrische installatie 87
221).
Advertenties
