Opstarten inclusief validatietest
Om zeker te zijn van de veilige werking van een veiligheidsfunctie is validatie vereist.
De uiteindelijke samenbouwer van de machine moet de functie valideren door een
validatietest uit te voeren. De test moet worden uitgevoerd
1.
bij het eerste opstarten van de veiligheidsfunctie
2.
na een wijziging die betrekking heeft op de veiligheidsfunctie (printplaten,
bedrading, componenten, instellingen, vervanging van de invertermodule enz.)
3.
na onderhoudswerkzaamheden die betrekking hebben op de veiligheidsfunctie
4.
na een firmware-update van de omvormer
5.
bij de beproeving van de veiligheidsfunctie.
Competentie
■
De validatietest van de veiligheidsfunctie moet uitgevoerd worden door een
competente persoon met voldoende expertise en kennis van de veiligheidsfunctie en
van functionele veiligheid, zoals vereist in IEC 61508-1 bepaling 6. De testprocedures
en het rapport moeten gedocumenteerd en ondertekend worden door deze persoon.
Rapporten van validatietesten
■
Ondertekende rapporten van validatietesten moet bewaard worden in het logboek
van de machine. Het rapport dient documentatie te bevatten van opstart-activiteiten
en testresultaten, referenties naar foutrapporten en oplossingen van fouten. Alle
nieuwe acceptatie-testen die uitgevoerd zijn wegens wijzigingen of onderhoud, dienen
in het logboek bijgehouden te worden.
Procedure van validatietesten
■
Na het bedraden van de Safe torque off functie, dient u de werking als volgt te valideren.
Opmerking: Indien de omvormer uitgerust is met veiligheidsoptie +Q972, +Q973 of
+Q982, volg dan de procedure uit de FSO-module documentatie.
Als er een FSPS-21-module geïnstalleerd is, raadpleeg dan de documentatie ervan.
Actie
WAARSCHUWING!
Volg deze veiligheidsinstructies. Als u ze negeert, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk
letsel of schade aan de apparatuur.
Zorg er voor dat de motor tijdens het opstarten vrijelijk bediend en gestopt kan worden.
Stop de omvormer (indien in bedrijf), schakel de voeding uit en scheidt de omvormer van de
voeding door een scheidingsschakelaar.
Controleer of de STO-aansluitingen overeenkomen met het bedradingsschema.
Sluit de scheidingsschakelaar en schakel de voeding in.
De Safe torque off functie 229